Showing posts with label zonde. Show all posts
Showing posts with label zonde. Show all posts

Monday 8 February 2010

God wil u gunst betonen

Christelijke Overdenking

Maandag 8 februari 2010
 Ephesians 4:22-23 (39 kb)
Jesaja 30:18
         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek
"En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten." (Jes 30:18 STV)
"Toch ziet de Heer uit naar het ogenblik waarop hij zich jullie lot kan aantrekken; toch zet hij zich in om zich over jullie te ontfermen, want hij is een God die recht doet. Gelukkig wie naar hem uitzien!"
"Daarom verlangt de HERE ernaar u genadig te zijn, en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de HERE is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten."
"En toch wacht de HEER op het ogenblik dat hij jullie genadig kan zijn; toch zal hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op hem wacht."
"Desondanks wacht de HERE nog steeds tot u bij Hem komt, zodat Hij u Zijn liefde kan tonen; Hij zal u veroveren om u te zegenen, precies zoals Hij heeft gezegd. Gezegend zijn allen die op Hem wachten tot Hij hen te hulp komt."
 2 Timothy 1:9 (38 kb)
Overdenking van vandaag:
God is traag bij het uitoefenen van zijn recht wanneer dat recht vereist dat zijn volk gestraft wordt. "Vergevingsgezind en niet snel kwaad" zijn woorden die herhaaldelijk gebruikt wordt voor de beschrijving van God in het Oude Testament. God verlangt ernaar genadig te zijn en zijn volk te zegenen. Hij verlengt de tijd voor ons om ons te bekeren en zich tot hem te wenden. God geeft ons zelfs zijn eigen Zoon Jezus als zoenoffer voor onze zonden. Laten we het hart van God horen en reageren door ons leven en ons hart naar de God te keren die naar ons verlangt.
Gebed:
Almachtige God en Abba Vader, hoe kan ik u ooit bedanken voor uw liefde en genade. Het bewijs hiervan is aangetoond in het offer van uw Zoon voor mijn zonde. Vergeef mij voor die momenten dat ik niet zorgzaam en volledig mijn waardering voor uw genade getoond heb in de manier waarop ik mijn leven leidt. Verbeter mij alstublieft door uw Geest net zoals u mij vergeven en gereinigd hebt door uw genade. In Jezus' naam. Amen.
Engelse versie / English version > God wants to be gracious to you

Wednesday 27 January 2010

Onvergeeflijke zonde en berouw

In zijn artikel over “de onvergeeflijke zonde” zegt Richard F.Ames dat één van de meest beangstigende zorgen de vrees is om van God te worden afgesneden.

Hij vraagt wat die onvergeeflijke zonde wel kan zijn. Eenvoudig gezegd, is het een zonde die niet zal vergeven worden. God is bereid om onze zonden te vergeven als wij er spijt over hebben, als wij voor hen droevig zijn en als wij vastbesloten zijn om te veranderen. Maar wanneer men zijn geweten verhard om nooit spijt te getuigen dan kan men niet vergeven worden. Dit lijkt mij ook helemaal logisch, zonder spijtbetuiging kan er geen verzoening komen en verdient men ook geen vergeving. Er kan alleen maar iets vergeven worden indien men ook aan voelt dat datgene verkeerd was. Iets dat goed was moet niet vergeven worden.

Maar er zijn bepaalde fouten waar men zo ver over de streep gaat dat God er geen vergiffenis wil voor wenst te geven. Het zijn onvergeeflijke zonden welke de laster tegen de geest gaan. Jezus laat ons weten dat Godslastering niet toegestaan is en onvergeeflijk is.

Oneerbiedig of respectloos over de Allerhoogste spreken (over God of heilige dingen) of kwaad over Hem spreken, Hem te lasteren; of misbruik te maken van Zijn Naam zouden een onvergeeflijke zonde over ons kunnen brengen.

 Een verslag van het Evangelie geeft ons een krachtig voorbeeld. „Toen werd voor hem die werd door een demon bezeten gebracht, blind en stom; en hij [Jezus] heelde hem, zodat de blinde en stomme man zowel zag als sprak. En de mensen massa was verbaasd en zei, `Zou dit de Zoon van David zijn? ' „(Mattheus 12:22 - 23). De farizeeën beschuldigden Jezus en spraken negatief over het miraculeus werk door de Heilige Geest. Jezus waarschuwde hen krachtig: „Daarom zeg ik aan u, elke zonde en laster zullen mensen worden vergeven, maar laster tegen de Geest zal geen mens vergeven worden. Iedereen wie een woord tegen de Zoon van de Mens spreekt, zal het hem worden vergeven; maar diegene die tegen de Heilige Geest spreekt, die zal het niet vergeven worden, noch in deze tijd of in de toekomende tijd." (Mattheus 12:31 - 32).

       Wij allen moeten aan die waarschuwing aandacht besteden. Merk de apostel Paulus zijn waarschuwing aan de Christenen op, die „als wij moedwillig zondigen nadat wij de kennis van de waarheid hebben ontvangen, zal daar geen offer meer zijn voor zonden“ (Hebreeuwen 10:26) blijven. De opzettelijke zonde is een volledig bewuste en bepaalde handeling en een houding die oproept om nooit van zonde spijt te hebben. De opzettelijke zondaar is hardnekkig. Hij of zij heeft een verdord geweten om kwaad te doen. Dit soort zondaar zal nooit zelfs de gedachte van spijt hebben wensen op te brengen en zal er nooit aan denken om terug te komen om op de manier van Gods leven.(cf. 1 Timotheüs 4:2). De onverbeterlijk slechten worden niet verblind als de rest van de wereld; zij hebben „kennis van de waarheid.“ Zij kennen het effect van het offer van Christus, doch schenden zij het. Dergelijken zullen “een bepaalde vreselijke verwachting van oordeel, en vurige verontwaardiging onder ogen krijgen, die de tegenstanders zullen verslinden. Iedereen wie de wet heeft verworpen van Mozes sterft zonder genade op de verklaring van twee of drie getuigen. Welk een zwaardere straf, veronderstelt u, zal waardig gevonden worden door diegene die de zool van de Zoon van God heeft vertrapt, het bloed telde van de overeenkomst waardoor hij een gemeenschappelijk ding geheiligd werd, en de Geest van genade beledigde? „(Hebreeuwen 10:27 - 29).

Niemand zal kunnen ontkomen aan het ernstig oordeel waarbij in de Bijbel sprake is van een meer van vuur voor diegenen die blijven volharden in het zondigen en die de Geest van Genade beledigen. Dit als men met die Geest van Genade de Heilige Geest bedoeld, want in wezen heeft Jezus laten weten dat niet de laster tegen hem zal aangerekend worden als iets onvergeeflijks, maar wel de laster tegen Gods Geest.

De Christenen zijn gewaarschuwd dat al diegenen die deelnemers van de Heilige Geest zijn horen te beseffen dat God die Heilige Geest geeft aan hen die Hem gehoorzamen. (Handelingen van de apostelen 5:32) Indien christenen hun rug volledig naar het geloof draaien en bewust terugkeren naar het kwaad in zulk danige vorm dat zij volledig gehard tot een leven komen waar een permanente houding is van ongehoorzaamheid aan God dan zullen dezen werkelijk in problemen komen op de laatste oordeelsdag. De Schriften leren ons dat het onmogelijk zal zijn om hen dan opnieuw tot berouw te brengen.

“Laten we daarom niet meer terugkomen op de elementaire christelijke leer. We willen niet opnieuw het fundament leggen van geloof in God en van berouw over daden die ons de dood brachten. We willen niet opnieuw spreken over reinigingsriten en handoplegging, over de opstanding der doden en het onherroepelijke oordeel. Laten we liever op weg gaan naar volwassenheid. En met Gods hulp zullen we haar bereiken. Want wanneer mensen eenmaal het licht hebben gezien en van de hemelse gave hebben geproefd en deelgenoot werden van de heilige Geest, wanneer zij de voortreffelijkheid van Gods woord en de krachten van de toekomstige wereld hebben ervaren en na dit alles afvallen, kunnen zij onmogelijk weer tot bekering worden gebracht; want op hun manier hebben zij de Zoon van God opnieuw gekruisigd en aan bespotting prijsgegeven. Wanneer de grond de telkens neervallende regen indrinkt en voor die hem bewerken bruikbaar was voortbrengt, deelt hij in de goddelijke zegen. Maar als hij distels en dorens voortbrengt, is het duidelijk dat hij niet deugt; de vervloeking is nabij en het einde is verbranding.” (Heb 6:1-8 WV78)

Die verbranding houdt dan in dat het dan het einde is van die persoon. Er is dan geen redding meer mogelijk. Hij zal verdoemd zijn tot het eeuwig niets meer zijn: de finale dood.

Eens gedoopt betekend dit niet dat wij niet meer zouden zondigen. Als gewone mens zijn wij maar zwak. Sinds Adam en Eva is de mens een zondige natuur geworden en zijn wij in die mate voor ons ziele heil afhankelijk geworden van Jezus Christus zijn liefdesoffer. Het komt er op aan dat wij ons zelf in toom weten te houden, ons zodanig leren te beheersen dat wij alsmaar minder en minder verkeerd zullen doen. Als wij fouten maken komt het er op aan dat wij die erkennen en het ook spijtig vinden dat wij verkeerd gedaan hebben. Steeds moeten wij over onze fouten berouw hebben en dan is God bereid ons tegemoet te komen. God is zelfs geduldig indien wij niet dadelijk om vergiffenis kunnen vragen. Maar wij moeten er van bewust zijn dat de tijd alsmaar korter wordt. Als Christen moet er in ons steeds dat verlangen zijn om zo perfect mogelijk te worden en zo weinig mogelijk fouten te maken. Wens altijd uw leven voor het goede te veranderen zelfs als door zwakheid u aan verleiding zou toegeven. Steeds moeten wij beseffen dat bij gewone zwakheden daar nog steeds een weg terug is. Dan kunnen wij God nog altijd om een geest van berouw vragen!

Anders wordt het als wij tegen de Geest van God zondigen. Dan is er geen weg meer terug. Dan vergooien dezen die beter zouden moeten weten al hun mogelijkheden.

Betreft de verharding van ons hart hebben wij zelf veel onder controle. Dit kunnen wij tegen gaan. Het hoeft dus niet zo ver te komen dat wij zodanig verkeerd zouden gaan en hier geen spijt zouden over voelen. Dan moet het al heel ver gaan of heel erg gesteld zijn met ons. Daarom moeten wij zorgen dat niets ons zodanig kan trekken naar de overkant van de scheidingslijn. Wij moeten uitkijken dat wij niet in de val trappen van diegenen die God haten en de liefhebbers van God verfoeien. Godhaters zijn de duivels van deze wereld, de tegenstanders van God. (De Satan) De rebellerenden tegen de Schepper van hemel en aarde wensen niet liever dan zoveel mogelijk mensen van God weg te trekken. Het komt er op aan dat wij ons daartegen wapenen.

De gelovige moet zich schrap kunnen zetten tegen alles dat indruist tegen de wetten van de Allerhoogste. Hij moet zorgen dat hij niet verkeerd gaat denken door zich aan verkeerde filosofieën te hechten of te veel verkeerde boeken te lezen of verkeerde films te zien. Hij moet uitkijken voor de verleiding van deze wereld. Door de Wetten van God regelmatig te negeren bij het maken van onze keuzes in dit leven kunnen wij op het verkeerde pad geraken.

Christenen moeten er zich toe zetten zich niet te laten meeslepen door de verleidingen van deze wereld maar ook niet door de tegenslagen die over hen kunnen komen. Wij moeten de verbintenis aangaan om bittere of boze houdingen nooit toe te staan om onze harten en meningen te vergiftigen. En wij moeten de verbintenis aangaan om naar de Heer te streven terwijl hij kan worden gevonden. Oprecht gebed en hartgrondige Bijbel studie moeten wij hoog houden. Steeds moeten wij verkiezen geestelijk wakker te blijven. Geëngageerd blijven, geestelijk actief en waakzaam blijven zijn de mogelijkheden om ons door veilige wateren te loodsen!

Deze wereld heeft zulk een trekkracht op onze belangen dat wij van onze geestelijke prioriteiten kunnen worden afgeleid. Wat is uw persoonlijk doel in het leven? Jezus zei: „Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn oprechtheid, en al deze dingen zullen aan u worden toegevoegd.“(Mattheüs 6:33). Dat zou ons doel moeten zijn in het leven, volgens onze Redder! Het veronachtzamen van onze geestelijke prioriteiten leidt tot geestelijke zwakheid, maar de Geest van de God is de Geest van macht en van liefde en van een correcte mening. De apostel Paulus schreef: „Daarom herinner ik u eraan om de gift van God aan te wakkeren, die in u is door het opleggen van mijn handen. Want God heeft ons geen geest van vrees gegeven, maar een geest van macht of kracht en van liefde en van een correcte mening of bezonnenheid " (2 Timotheüs 1:6 - 7). Zonder die geestelijke macht, zullen wij ons leven niet kunnen veranderen. Wij hebben de Kracht van God in ons leven nodig om dit leven tot een goed einde te brengen. Maar de God is bereid om ons die gift te geven, bovendien de waardevolste gift van Zijn Zoon voor de zonden van de wereld.

Alles hangt van onze eigen keuzes af. Wij zijn volledig verantwoordelijk voor ons zelf. Wij kunnen de schuld niet op een Satan of de duivel steken. Het kwaad of het goed zit in ons. Ook al zouden wij misstappen gedaan hebben, daarom hoeft het nog niet te laat te zijn. God is een liefhebbende God en is vergevingsgezind. Als wij werkelijk bereid zijn om berouw te hebben over onze vergissingen, over onze fouten is God bereid dar de spons over te wrijven.

Als u van God afgesneden voelt, kunt u worden verzoend. U kunt hoop hebben. U kunt dichtbij God worden gebracht door het bloed van Christus.

Als u hierover advies wilt, kan u ons schrijven en zullen wij van harte willen helpen. U hoeft er niet alleen voor te staan. Er zijn mensen bereid om u verder door dit leven te helpen en om u een mooie toekomst te laten zien.

Belgian Christadelphians

Tuesday 29 December 2009

Abhor evil. Adhere to goodness

Songs in the Night

 


Abhor that which is evil; cleave to that which is good.
—Romans 12:9



As Holiness and sin are opposites, so our feeling toward these must be represented by the sentiments of love and hatred.

To grow cool in love for righteousness is to lose some of the abhorrence for sin.

Let us, therefore, cultivate in ourselves hatred for sin, selfishness, impurity, and every evil way,

that we may find it the easier to cultivate in our hearts the beautiful graces of the Spirit.

Only in our minds have the old things passed away and all things become new.

Actually, this change will be accomplished when we become spirit beings.

Meantime, if we shall be counted worthy of a place in the first resurrection,

it is required of us that we shall demonstrate our willingness of mind,

our earnest desire, to be all that the Lord would have us be.

In no way can this be better demonstrated to the Lord or prove more helpful to ourselves

than in keeping a strict surveillance of our hearts and of our thoughts.

—Z. 1911-382 (Hymn 312)

Dutch translation / Nederlandse vertaling > Neem afstand van het kwade

Neem afstand van het kwade


Liederen in de Nacht


Verafschuw datgene dat kwaad is, en hangt aan dat wat goed is. Blijf trouw aan het goede
-Romeinen 12:9


Als heiligheid en zonde tegenpolen zijn, zo moeten onze gevoelens in de richting van deze worden vertegenwoordigd door de
gevoelens van liefde en haat.

Om goed te groeien in de liefde voor gerechtigheid is een deel te verliezen van de afschuw voor de zonde.

Laten we daarom, in onszelf haat cultiveren voor de zonde, egoïsme, onzuiverheid, en alle kwade vorm,

dat we het makkelijker vinden om in ons hart de mooie genade van de Geest te kweken.

Alleen in onze geest zijn de oude dingen overleden en zijn alle dingen nieuw geworden.

Eigenlijk zal deze verandering bereikt worden wanneer we geestelijke wezens worden.

Ondertussen, als we waardig geteld worden een plaats te verdienen in de eerste opstanding,

is het vereist van ons dat we onze bereidheid van de geest aantonen,

onze oprechte wens, om alles te zijn wat de Heer van ons verwacht te zijn.

Op geen enkele wijze kan dit beter worden aangetoond aan de Heer of blijken nuttiger te zijn voor onszelf

dan in het bijhouden van een streng toezicht van ons hart en onze gedachten.

-Z. 1911-382 (Hymn 312)


Engels origineel / English original > Abhor evil. Adhere to goodness

Wednesday 26 August 2009

God receives us on the basis of our faith

"In the sight of God all are sinners and their goodness is inadequate to justify them in His presence. There is only one standard of righteousness, holiness and justice, and that is God’s standard, and God will not at any time compromise that standard in order to accommodate the fickleness of men and women. Sin today is no less sinful than it was in the days of Noah or Eve. God has not evolved from a God who hates sin to a God who merely overlooks it. Human goodness compared with God’s standard of righteousness is stunted and impoverished. It is no good coming to God with our ‘scorecard’ which testifies that we are decent people, we pay our debts and never harm our neighbours. In the context of respectability this may be important, but in the context of salvation it is paltry. Our bit of righteousness is no passport to God’s favour. The Bible teaches that we have to repudiate our own withered morality and confess that we do not measure up to God’s standard. This is called Repentance.

Since men and women cannot be received on the basis of their natural goodness, which is inadequate and unfair, God receives them on the basis of their faith. The faith they show is counted by Him as righteousness. This is the great doctrine of justification by faith and explains why it is impossible to come to God faithless, and why those who come must believe. In order to show how the great principle operates the Apostle Paul takes the case of one man, Abraham. Abraham received certain promises from God which, at the time they were spoken, appeared, humanly speaking, to be impossible of fulfilment. But Abraham had faith in the promises in spite of adverse appearances and God counted this for righteousness:

"He staggered not at the promise of God through unbelief; but was strong in faith, giving glory to God; and being fully persuaded that, what he had promised, he was able also to perform. And therefore it was imputed to him for righteousness. Now it was not written for his sake alone, that it was imputed to him; but for us also, to whom it shall be imputed, if we believe on him that raised up Jesus our Lord from the dead; who was delivered for our offences, and was raised again for our justification" (Romans 4:20-25).

Paul insists that the principles which operated in the case of Abraham are true for every man who will come to God for salvation."

-------
Dennis Gillett
One Bible, Many Churches - Does it Matter What We Believe?

Saturday 18 July 2009

No time for immorality

"Christ had no time for immorality, and neither has any Bible-based church. Chastity, honesty and truthfulness are all musts for the genuine Christian.

At the same time, Christ hates self-righteousness, hard-heartedness and unkindness. He condemned the smug bunch of Pharisees who were looking down their noses at an adulterous woman - and then he rebuked the woman, 'Go, and do not sin again.' John 8:11.
Christ and fhe Adulterous Woman
Christ and fhe Adulterous Woman (Photo credit: Wikipedia)



The lesson of this story is clear. Christ hates both sorts of sin: the hidden sins of the heart, like the hypocrisy of the Pharisees, and the more obvious sins, like the adultery of the woman.

So we must constantly fight against 'internal' sins, like pride, and covetousness, and unclean thoughts; but we must fight equally hard against the 'external' sins, like cheating the income tax man, gluttony, and lying our way out of a scrape.

But this is only the negative side of Christian behaviour - the 'thou shalt nots'. Equally important, maybe even more important, are the positive traits listed in Galatians 5:22-23. 'The fruit of the Spirit is love, joy, peace, patience, kindness, goodness, faithfulness, gentleness, self-control.'"

-------
Brother Alan Hayward
Great News for the World

+++
2013 update:

Enhanced by Zemanta

Monday 30 March 2009

Het loon der zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jesus


“Doch allen zwerven af, verdorven met elkaar! Geen mens handelt oprecht: geen enkele. Geen een.” (Ps 14:3 WV78)
 “Of met de woorden van de Schrift: Er is geen rechtvaardige, zelfs niet een, niemand die verstandig is, niemand die God zoekt. Allen zijn afgedwaald, allen verdorven; niemand is er die het goede doet, zelfs niet een.” (Ro 3:10-12 WV78)
“Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij onszelf en woont de waarheid niet in ons. Als wij onze zonden belijden, is Hij zo getrouw en genadig, dat Hij onze zonden vergeeft en ons reinigt van alle kwaad. Maar als wij zeggen dat wij geen zonde bedreven hebben, maken wij Hem tot leugenaar; dan woont zijn woord niet in ons.” (1Jo 1:8-10 WV78)
“God echter bewijst zijn liefde voor ons juist hierdoor, dat Christus voor ons is gestorven, toen wij nog zondaars waren.” (Ro 5:8 WV78)
“In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen.” (1Pe 2:24 WV78)
“Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet.” (Joh 1:10-11 WV78)
“Aan allen echter die Hem wel aanvaardden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden; Zij zijn niet uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren.” (Joh 1:12-13 WV78)
“Intussen weten wij, dat God in alles het heil bevordert van die Hem liefhebben, van hen die volgens zijn raadsbesluit geroepen zijn.” (Ro 8:28 WV78)
 “Want het loon van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer.” (Ro 6:23 WV78)


+++
Vindt ook
Neem afstand van het kwade
Deelnemers worden van Gods heiligheid
Streven naar heiligheid
Eerlijkheid begin van heiliging
Schoonheid van heiligheid
Weest heilig
Helden en heiligen


Zeker zijnde van Bevrijding
Koninkrijk Gods


Echte boodschap van redding niet ver te zoeken
Leden in het lichaam van Christus

The wages of sin is death; but the gift of God is eternal life through Jesus Christ


“They have all gone astray, they are all alike corrupt; there is none that does good, no, not one.” (Ps 14:3 RSV)
“Just as it has been written: “There is none righteous, not one! None understand! None search for The God! All have turned away! They are all together useless! None are kind! Not so much as one!” (Ro 3:10-12 MHM)
“If we should ever state: “I have never sinned, ”we cause ourselves to err and the truth is not in us. Every time we confess our sins, He is faithful and righteous so that He might release us from our sins, cleansing us from unrighteousness. Every time we state: “I have never sinned, ”we make Him a liar and His word is not in us.” (1Jo 1:8-10 MHM)
“However, while we were still sinners The God demonstrated His own compassionate affection for us [in that] Christ died in our behalf.” (Ro 5:8 MHM)
“He bore our sins in his body upon the Tree, so that we might discontinue sin and live in righteousness. “By his wounds you were healed.”” (1Pe 2:24 MHM)
“He entered the world of humankind, and the Cosmos came into existence by his agency, but the world of humankind did not recognize him. He came to his own, but his own did not accept him.” (Joh 1:10-11 MHM)
“But, to everyone who did accept him he authorized to become children of God, because they believed in his name. These were born, not from blood–that is, from a fleshly desire, or a male desire–but from God.” (Joh 1:12-13 MHM)
“But, we are aware that the synergy of The God is for the good of those loving The God, to those who have been invited according to His purpose.” (Ro 8:28 MHM)
“For the payment for sin is death; but, the gracious gift of The God [is] everlasting life incorporate in Christ Jesus our Master.” (Ro 6:23 MHM)

Let not sin reign in your mortal body

SOMETHING TO CHEW ON

Many sincere Christians express dissatisfaction over the fact that they continually fall short of perfection. Many admit continual failure in the spiritual life, repeating sins again and again, giving way to habit patterns contrary to the life of Christ. When they read the command of Christ, Be ye therefore perfect, even as your Father which is in heaven is perfect” (Matt. 5:48), they feel both condemned and discouraged.

  In almost all great revivals believers have sought in one way or another to attain to perfection of living. They have longed for it, prayed for it, and worked for it. But the testimony of all great Christians is that they have never attained to it; that  the more they strove and the closer they came to Christ, the deeper was their sense of inadequacy and inherent sinfulness. While their lives bore testimony to victory over sin, at the same time they felt a deeper sense of their own need and unworthiness. Ask Peter, James, and John. Ask the noblest souls that the Christian church has ever seen, the most zealous men that mankind has ever produced. With one accord they exclaim with the Apostle Paul: “I have not yet reached perfection, but I press on, hoping to take hold of that for which Christ once took hold of me. My friends, I do not reckon myself to have grasped hold of it yet. All I can say is this: forgetting what is behind me, and reaching out for that which lies ahead, I press towards the goal to win the prize which is God’s call to the life above, in Christ Jesus.” Phil. 3:12:14.

  All the true believers who have come to know the saving power of God testify that the only perfection, the only sinlessness, they have ever seen or known has been that of Jesus Christ, the only perfect and sinless man: and that Jesus is the whole of their salvation, the whole of their righteousness and perfection. To be a genuine Christian means faith in Christ, fellowship with Christ, faithfulness to Christ, and fruitfulness for Christ. Man has no perfection and no righteousness of and in himself; he must trust wholly and solely in Christ.

  One of the hindrances to living the Christian life successfully is failure to understand what the Bible teaches about the nature of sin and perfection. A grave misapprehension lies at the root of much of the false teaching on this subject. In applying the term “perfect” to believers, the Bible never means “sinless.” There are at least nine different Hebrew words and six Greek words translated “perfect.” Noah is said to have been perfect in his generations.” Gen. 6:9. Of Asa, the king of Judah, we read: “But the high places were not removed: nevertheless Asa’s heart was perfect with the Lord all his days.” 1 Kng. 15:14. “If any man offend not in word, the same is a perfect man, and able also to bridle the whole body.” Jam. 3:2. “We speak wisdom among them that are perfect.” 1 Cor. 2:6.

  The Bible writers do not say that these men were sinless. The meaning of “perfect” in these instances is that of spiritual maturity, ripeness in spiritual understanding, completeness in response to God. A “perfect” Christian is one whose heart and mind are permanently committed to Christ. Noah, Abraham, and Job were all declared to be “perfect” men. Yet the history of their lives shows that they were far from being sinless.

  If one’s view of sin is shallow enough, sinless perfection would not be an impossible achievement. It is a defective view of sin that leads to a wrong understanding of perfection. If sin simply means a deliberate, wilful doing of what is known to be wrong, then no Christian should commit this kind of sin. But if sin includes also a man’s state of mind and heart, man’s bias toward sin, (as an indwelling tendency), then perfection presents a totally different picture.

  Some Christians believe that it is possible in this life to reach a point in spiritual development where the sinful nature is completely eradicated and, therefore, no longer operative. The Bible does teach that the genuine Christian life is one of uniform and sustained victory over all known sin. The normal Christian experience should be one of victory and not constant defeat. Paul says: “Likewise reckon yourselves to be dead indeed to sin, but alive unto God through Jesus Christ our Lord. Let not sin therefore reign in your mortal body, that you should obey it in the lusts thereof. Neither yield your members as instruments of unrighteousness unto sin: but yield yourselves unto God, ... and your members as instruments of righteousness unto God. For sin shall not have dominion over you: for you are not under the law, but under grace. What then? shall we sin, because we are not under the law, but under grace? God forbid” Rom. 6:11-15.

  There is one truth that every believer needs to learn who would fully enjoy complete salvation in Christ. It is the need to abide in Christ, to look continually to Christ, to depend wholly on Christ and his righteousness. God’s method of salvation is not eradication of a sinful nature, but the counteraction of it by Divine power through the Holy Spirit. Only by the continual counteracting presence of the Holy Spirit is it possible to be victorious over sin and the sinful nature within us.

  It is fatal to believe that if only we could become totally surrendered to Christ, the sinful nature would be eradicated. The law of sin and death continues to operate within us. It is something that remains in us as long as we live. Victory over all known sin does not mean sinlessness. It does mean the glorious opportunity in Christ to strive successfully against all sin and overcome it. But this is an experience that must be maintained day by day through fellowship with and surrender to Christ. The Christian life is a lifelong battle. So long as the believer abides in Christ, real holiness and victory are possible. What we have in the everyday life is the counteracting power of God against our sinful tendencies and our sinful natures.
  
 In this earthly life there is always a conflict between the flesh and the Spirit. Paul again says, “This I say then, walk in the Spirit, and you shall not fulfil the lust of the flesh. For the flesh lusts against the Spirit, and the Spirit against the flesh: and these are contrary the one to the other: so that you cannot do the things that you would. But if you are led of the Spirit, you are not under the law.” Gal. 5:16-18.
  The greatest men in the Bible never claimed sinless perfection. They were all painfully aware of the fact that they were sinners throughout their lives. So long as a man is in a state of sin with a sinful nature still present in him, he will confess himself to be a sinner. The Christian always recognizes himself to be a sinner in need of Divine grace. The Apostle John says, “If we say that we have no sin, we deceive ourselves, and the truth is not in us. If we confess our sins, He is faithful and just to forgive us our sins, and to cleanse us from all unrighteousness. If we say that we have not sinned, we make Him a liar, and His word is not in us” 1 John 1:8-10.

  We find here the most solemn warning against the doctrine of sinless perfection in this life. The indisputable meaning of this passage is that the man is a self-deceiver who claims for himself what the Apostle John dared not claim. The truth is not in him. The doctrine of sinless perfection leads to the conclusion that both Christ and the Holy Spirit are unnecessary once this state of eradication of the sinful nature is reached. Wherever the professed Christian claims to have the sinful nature eradicated in his life, there is a corresponding loss of true dependence upon Christ. There is a break in the only saving relationship that man needs for victory. This allows people to sin and call evil good. It discourages those who strive to be like Christ, but fall short of this false idea of perfection.

  Christ is our sole perfection, our sole righteousness. In ourselves we are never sinless. But so long as we look to Christ, sin and self cannot prevail.

  The pretension to sinless perfection at any time in this earthly life is the root of spiritual pride and self-righteousness. The Christian does not deny that the new life in Christ is capable of a new righteousness, of victory over sin. But he insists that it is not his righteousness, not his victory, but Christ’s.

  There will be no point in spiritual achievement in this life where one may rest with the certainty that he will sin no more, or that he does not stand before God as a sinner in need of Divine grace and power. The Christian knows that there still remains in him a fountain of evil, a depraved nature.

 Salvation by grace alone means that absolute perfection and sinlessness cannot be realized here and now. Righteousness by faith means that we look continually and exclusively to Christ, that we look away from ourselves and any hope in ourselves altogether in order to live by him alone. Genuine salvation directs us at once to Christ, to the only perfect life lived here on earth, and to his redemption through the Cross. Jesus Christ is absolutely central. Man’s victory over sin is exclusively the work of God in Christ, the continual control of the life by the Holy Spirit, that through daily union with Christ we participate in his holy life. The righteousness of Christ that saves us is not the beginning of a new self-righteousness but the end of it.

 John Aldersley

Tuesday 3 March 2009

Can we not do what Jesus did?

"We cannot do what Jesus would do because we are not divine." (popular saying)

Of course mainstream theology attributes the sinless obedience of Jesus to the superior moral attributes of his alleged "divinity". But think about it. That amounts to a serious a slander against the justice of God!  What justice would there be in a God who condemned humans who were born unable to obey because of their lack of divinity? How could one ever truly love a God like that?

The Scriptures are clear that Jesus was NOT divine, but totally human, just like us; and that His victory over sin was achieved with exactly the same human resources available to all other men. His obedience is the standard against which all other men will be judged. That is a fundamental issue in the Gospel call to repentance and obedience. Other humans are called to forsake their sins and learn the same obedience as that rendered by the human Son of God.

"If you love me keep my commandments". (John 14: 15)

Praise God! It is NOT too hard! (Deut 30:11) Jesus has shown us how to do it,. And GRACE comes complete with a "training course" which makes it possible. (Titus 2:11-12)

Paul also says that the goal for completed growth is nothing less than:
1. ALL the fullness of God. (Eph 3:14-19)
2. The measure of the stature of the fullness of Christ. (Eph 4:11-15)

Now that contains a promise which really is GOOD NEWS.


Allon Maxwell

People could argue that there are 

significant ways in which Jesus differed from us, which enabled him to "overcome" and be the acceptable sacrifice which took away the sin of the world. 
Jesus was the son of "The Father"  in the fullest sense as he said on numerous occasions. Jesus being conceived through the Holy Spirit, and not through any human agency.
Jesus was given  the Spirit from God without measure, John.3:34.
Jesus did no sin, neither was guile found in his mouth 1Peter 2:22. Whereas "all (others) have sinned and come short of the glory of God" Romans 3:33.
 

People could also utter: that during the time period between birth and the commencement of his ministry at which time he received the Spirit without measure, Jesus was "shielded" from harm. According to them there are a number of scriptures which describe this shield. Psalm 22:9, Psalm 71:6, Isaia 49:5-6.

In a certain sense I would call Jesus divine, meaning belonging to or proceeding from a god. Jesus is not God and may never be a god, but he is the only one who can say he had God has his real Father.
Though we just come from human people, and Christ was born from our Holy Father, this is no excuse not to try to become as Jesus. Because of our shortcomings we do have a harder job to be without sin, but we have to work on it. Jesus had also the choice to take other ways, which would make him also a sinner, but he did choose not, and because of his choice he stayed without sin. For our protection today we have the Holy Bible, which brings us enough Words from God to give us full guidance. We only have to read it carefully and learn from it, to incorporate it in our life.

In the New Testament we have enough examples of what Jesus did and how he reacted. Learning from that we could always say WWJD "What Would Jesus Do?" and bear it in our mind to prepare our way of living and reacting to others.

Marcus Ampe

Wednesday 25 February 2009

Relapse plan


One thing that can often help people who suffer from mental illness is to be able to recognise their personal early warning signs and symptoms of relapse and illness. It is often helpful to try and identify stressors and triggers that contribute to illness. It is equally helpful to identify not only weaknesses, but also strengths that can be called upon to help in time of need. Having recognised what these signs and symptoms are the next stage is to create a relapse plan, a sort of forward planning on what to do when things go wrong.

The relapse plan first identifies general early warning signs and then other more specific signs that come along later. One aspect of creating a relapse plan is to identify one specific early warning sign, then look at something that helps overcome it. For example, somebody may identify that one of their signs is to lose weight because they miss out meals during the day. So the plan to help may be to buy favourite foods and easy to prepare meals, setting aside time to eat regularly.  Another aspect of creating a relapse plan is to identify people:

Ø  That can be turned to for information
Ø  Whose opinion and advice you value
Ø  To share ideas with
Ø  Who make you think
Ø  That you can trust and confide in

It may be that just one person or several people fulfil these roles.

The objective of the exercise is twofold. Firstly, to enable people become more aware of their problems and feel more in control. Secondly, to start dealing with the problem sooner rather than later, is far better than leaving things until a crisis point is reached. Early intervention means a better prognosis.

Now before these thoughts continue it also needs to be noted that mental ‘illness’ can and does happen to everyone to one degree or another. It is not an all or nothing situation. Mental health is on a continuum and we all move up and down that continuum according to the nature and number of problems and stresses that we face. To feel low, depressed, anxious, worried or any of all the other emotions that beset us, is a normal response to life events.  For most of us, mental ill health does not become a clinical problem, but for 1 in 4 of the population it does.

So how can this relate to life in the Truth? Well we all suffer from sin and we all experience highs and lows of faith, confidence or commitment from day to day. This could be termed spiritual ill health. Sadly, there are times when those peaks and troughs become more acute and a gradual drift away from the path of salvation takes place, sin starts gaining the upper hand, the situation becomes harder to retrieve and a sort of clinical spiritual ill health sets in.

What if we could be more aware of our ‘early warning signs’ maybe that would help to avoid some pitfalls, or at least minimise their impact. If we had a pre-prepared plan of action, maybe that would help us get back onto the right path. In a very real sense, early intervention means a far better prognosis for us! However it is always hard to cope alone, so what if could identify people to turn to in a given situation, people to support, advise and guide. Not only this, each one of us having experienced sin and the problems with temptation, surely we should be more appreciative of the difficulties faced by others.

So what are your early warning signs? Some possible ones that come to mind are:

Ø  Reduced frequency of reading the scriptures
Ø  Reading quickly to ‘get the reading done’ with no time given for thoughtful contemplation.
Ø  Withdrawing from the company of other brethren and sisters
Ø  Less time spent in prayer
Ø  Attending meetings less frequently
Ø  Spending time worrying about the future and becoming disheartened
Ø  Spending more time on career, hobbies and other interests
Ø  Becoming spiritually more tired and sleepy

Add your own to the list!

What could a relapse plan be? Well first of all identify your personal warning signs. For an example it could be less frequent attending of meetings. Now the thought may run along these lines: ‘My life is busy, there are a lot of problems and pressures in life and I just cannot get to the meetings.’

Now turn it on its head. There are a lot of problems that are difficult to deal with, that is probably true.  But does worrying about the problems make them go away? The answer is an emphatic no.  Does having extra support make the problem go away, no, but it can make them easier to bear. We read:

“If one falls down, his friend can help him up. But pity the man who falls and has no-one to help him up! … Though one may be overpowered, two can defend themselves. A cord of three strands is not quickly broken.” Eccl 4:10-12

Does Bible study help? Well yes, because we can always find guidance and advice in scripture to cover any given situation. Again we read:

Every purpose is established by counsel: and with good advice make war. Prov 20:18

Does this apply only to war against a physical enemy, or does it not equally apply to war against sin, our greatest and strongest enemy.

So the plan to overcome could be to make a commitment to go to meetings, even if it is difficult. It may also help to talk to a fellow brother or sister about finding it hard to attend; a problem brought out into the open often makes it less of a problem. Does not scripture say “bear one another’s burdens and so fulfil the law of Christ.” Gal 6:2 Any plan of course must also include prayer:


“Trust in the LORD with all your heart; and lean not on your own understanding.  In all your ways acknowledge him, and he shall direct your paths.”  Prov 3:5-6

No matter what our circumstances we always have the comfort and support of the Lord Jesus Christ, who is fully aware of our needs. All we need to do is follow his example!

So, select from your list of ‘early warning signs’ of sin something that is in the world that you find hard to overcome, then think of a plan of what you can do about it. Ask yourself the question ‘who can I turn to for help?’

An indispensible first step is to make the problem a matter of prayer, daily prayer. Then maybe think of a quote from scripture that you can use to remind yourself about what you are trying to change. Then whenever that probelm occurs, repeat the quote to yourself and then change what you do. Thought and action must go together.

Jesus in a sense gave us an example of this action plan. Remember when he was tempted he countered all temptation with, ‘it is written’.  So now put your sin relapse plan into action!

Andy P.

Tuesday 24 February 2009

Your Sins Are Forgiven

In a sense it is true that none could forgive sins but God alone, except as his
anointed and authorized agent and representative, and in his appointed way.  The divinely appointed way for the cancellation of sins was by means of the ransom as the legal settlement of the penalty, and faith in Christ the Redeemer.  — Romans 5:12-19; 1 Corinthians 15:21,22; 1 Timothy 2:5,6.
The forgiveness of sins was one thing, and the healing was another; and Luke’s words as recorded in Luke 5:17 lets us know that the same divine authority that was necessary to the forgiveness of sins was also necessary to the healing; and that if the forgiveness of sins was blasphemy, so also was the healing.
...
It will be observed that all the healings performed by our Lord were both instantaneous and complete, showing the fullness of his authority and power, and they included the worst forms of disease — leprosy, paralysis, blindness from birth, and even awakenings from death.
...
And God had given authority to Christ to forgive sins.

> Find more at the RL Weekly Bible Lessons 'Your Sins Are Forgiven'

A study of Luke 5:17-26.

You may view the latest post at
http://lessons.reslight.net/?p=130

Thursday 5 February 2009

Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria

voorgaand Jezus van Nazareth #1 Jezus Geboorte
A
LS gevolg van zijn unieke geboorte had Jezus de maagd Maria als moeder en de Schepper van hemel en aarde als Vader. De gevolgen hiervan zijn te zien in zijn leven op aarde. Alvo­rens in te gaan op de unieke Persoon van Gods eniggeboren Zoon, zoals dit in de vier evangeliën te aanschouwen is, willen wij de aandacht richten op het leven van Jezus als Mens, geboren uit de maagd Maria.

Bij zijn geboorte had Maria kunnen zeggen, wat Adam van Eva zei: "Dit is nu been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees" (Genensis 2:23). Als zij terugzien op Jezus' leven op aarde zijn de schrijvers van het Nieuwe Testament expliciet: "Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen" (Hebreeën 2: 14).

Er is nergens in de evangeliën enige suggestie dat men Jezus anders be­schouwde dan als een Mens. Zowel zijn discipelen als zijn vijanden schreven zijn wonderen toe aan bovennatuurlijke invloed. In zijn rede op de Pinksterdag beschreef Petrus Hem met de woorden: "Jezus, de Nazoreeër, een man, u van Godswege aangewezen door krachten, wonderen en tekenen, die God door Hem in uw midden verricht heeft" (Handelingen der apostelen 2:22). Hij gaf dezelfde verklaring van Jezus' wonderen in zijn toespraak in het huis van Cornelius: "want God [die Hem gezalfd had] was met Hem" (Handelingen der apostelen 10:38). Jezus maakte als jongen dezelfde ontwikkeling van lichaam en geest door als andere adolescenten. "En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen" (Lucas 2:52).

Na zijn vasten in de woestijn had Hij honger; na veel lopen was Hij ver­moeid. Zo uitgeput kon Hij zijn dat een hevige storm Hem niet uit zijn slaap wakker maakte. Na zijn geseling had Hij de kracht niet om de kruispaal te dragen. Bij zijn kruisiging kende Hij een intense dorst en verlangde een drank. Zijn aardse leven liep met pijn, ver­moeidheid, dood en begrafenis af.

In zijn zielsleven kende Jezus dezelfde emoties als alle andere mensen. Hij is verontwaardigd als de twaalven ouders willen verhinderen hun kinderen tot Hem te brengen; toornig als Hij ziet hoe geldgierigen een markt hebben gebracht in Gods heiligdom. Als Hij merkt hoe het volk te lijden heeft door gebrek aan goede leiders, en als een kudde zonder herders is, is Hij met ontferming bewogen. Hij kan verrast worden door het ongeloof van zijn vroegere dorpsgenoten in Nazareth en verbaasd als een heidense soldaat meer vertrouwen op zijn genezingskracht stelt dan zijn eigen volksgenoten. Het onbegrip van zijn discipelen stelt Hem telkens teleur en Israëls weigering Hem te erkennen als Heiland wekt in Hem bedroefdheid en Hij weent over
Jeruzalem. Hij stelt vragen om informa­tie te winnen: "Hoe lang is het al, dat dit hem overkomt?", "Hoeveel broden hebt gij?" Het enige dat in deze scala van menselijke emoties ontbreekt is berouw, het gevoel van spijt en schuld omdat Hij iets gezegd of gedaan zou hebben. In dit opzicht is Jezus uniek.

Vrij van schuld

Er waren weinigen die Jezus in de drukke en moeilijke dagen van zijn dienstbaarheid onder zijn volk zo goed kende als de man die Hij als voornaam­ste van zijn apostelen stelde. Vele jaren daarna ziet Petrus terug op Jezus' leven op aarde en stelt dit als voorbeeld bij uitnemendheid voor zijn lezers: "die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden; die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde" (I Petrus 2:22-23). De taal is ten dele aan een van Jesaja's Knechtprofetieën ontleend, maar de werkelijkheid van Jezus' zondeloosheid is levend in Petrus' herinnering. Hij had Jezus in confrontatie met zijn tegenstanders gezien, die Hem graag zouden hebben beschuldigd van de een of andere overtreding, en hadden Hem horen zeggen: "Wie van u overtuigt Mij van zonde?" (Johannes 8:46). De schrijvers van het Nieuwe Testament zetten Jezus' onschuld tegen de achtergrond van de vele verzoekingen die Hij heeft meegemaakt. "Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest"; "Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen" (Hebreeën 4: 15; 2: 18).

De verzoekingen die Jezus tegen het einde van zijn vasten in de woestijn meemaakte, zijn ontstaan blijkbaar met het ontvangen bij zijn doop van de kracht van de Geest zonder mate. Welk mens is er die nooit in de verleiding zou komen zo'n kracht voor een onjuist doel te gebruiken? 'Macht corrumpeert; absolute macht corrumpeert absoluut.' In die tijd van toewij­ding en voorbereiding op zijn openbare dienst onder zijn volk heeft Jezus de wensen van zijn volk in overweging genomen, die Hem in verzoeking zouden brengen. Eens verweet Hij hun dat zij Hem volgden omdat Hij hen met brood had verzadigd. Zij trachtten Hem ook met geweld koning te maken, en vroegen ook een onmiskenbaar teken - "uit de hemel" - dat Hij Israëls Messias was. Het zijn dezelfde verzoekingen waarvoor de Israëlieten gedurende hun woestijnreis zijn bezweken en het is met een woord van zijn Vader uit het boek Deuteronomium dat Jezus alle drie de verzoekingen wist te overwinnen.

Evenals alle andere mensen kende Hij de verlangens en begeerten die het menselijk leven bepalen, die de drijf­veer van het leven zijn, zonder welke een mens apathisch en lusteloos zou zijn. Hieruit, leert Jacobus ons, ontstaat ook de zonde. Vandaar dat er van Je­zus staat geschreven: "Christus heeft Zichzelf niet behaagd" (Romeinen 15:3). Zijn roep: "Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij (Mattheus 16:24) geeft te kennen dat Hij Zichzelf  verloochend heeft, en voordat Hij Zich te Golgotha letterlijk liet kruisigen, zijn eigen wensen en verlangens genegeerd heeft.

Als de zaak anders was geweest, had Jezus zijn volmaakte overwinning niet op één lijn kunnen stellen met de onvolkomen overwinningen van zijn volgelingen, zeggende: "Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon" (Openbaring 3:21).

Waarom Jezus de overwinning heeft behaald terwijl geen enkel ander mens dit heeft kunnen doen, zal in deze studie nader bekeken worden. Maar er mag nu al vastgesteld worden dat verzoekingen, om reëel te zijn, onvermijdelijk de mogelijkheid van falen inhouden. In het geval van Jezus zal dit voor ons haast onmogelijk zijn, maar niet omdat zijn zondeloosheid reeds bij voorbaat vaststond. Wat voor verzoeking is dat, wanneer het onmogelijk is dat een mens faalt? Waar in dat geval is de spanning, de strijd en de aanvechting?

De Zoon des mensen

Wij gebruiken persoonsnamen om gemakkelijk een bepaald persoon aan te duiden. In Israël had een naam ook de functie iets van die persoon te vertellen. Jezus noemde Zichzelf "de Zoon des mensen" (=de zoon van een mens ). Dit komt in poëtisch parallellisme in de Schrift voor als een intensievere vorm van mens'. Bijvoorbeeld: "God is geen man dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben" (Numerieken 23: 19); "Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar Hem omziet?"(Psalm 8) Jezus dan, zoals sommigen hebben gedacht, de naam "Zoon des mensen" gekozen om aan te geven dat Hij door en door Mens is, en zijn verbondenheid met andere mensen te benadrukken? Een betere verklaring is dat Hij de naam ontleend heeft aan Daniëls nachtgezicht, waar hij een mensenzoon - zag, die van de aarde tot God in de hemel werd geleid om van Hem regeringsmacht over alle mensen te ontvangen.

Toch is deze heerschappij geworteld in Jezus' Menszijn. Bij de schepping had God gezegd: "Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen ... over de gehele aarde" (Genesis 1:26-27). David overpeinst deze woorden als hij onder de uitgestrekte nachthemel met zijn ontelbare lichtpunten staat en met bewondering denkt aan de verheven taak die God de mens heeft gegeven door al zijn schepsels op aarde onder zijn toezicht te plaatsen. "Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd" (Psalm 8:7).

De apostelen en de schrijver van deze brief aan de Hebreeën zien in deze woorden een profetie van de heerschappij van Christus en de zijnen over "de toekomende wereld": "Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft .. alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen" (Hebreeën 2:5-9; 1 Corinthiërs 15:25-27). Zo beschouwd is Jezus' koningschap geworteld in zijn Menszijn en dit wilde Hij aangeven door Zich "de Zoon des mensen" te noemen. _


Vervolg > Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God

 - Met de Bijbel in de hand

++

vindt ook om te lezen

Een plaats voor een vreemdeling en een vluchteling
Een Groots Geschenk om te herinneren
Een man die de geschiedenis van het mensdom veranderde
Het begin van Jezus #2 Aller Begin
Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
Het begin van Jezus #6 Beloften van innerlijke zegeningen
Het begin van Jezus #7 Een Nieuwe Adam, zoon van Abraham
Het begin van Jezus #8 Beloofde Gezalfde zoon van God
Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
Jezus van Nazareth #1 Jezus' geboorte
Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed
De Knecht des Heren #1 De Bevrijder
De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl
De Knecht des Heren #3 De Gewillige leerling
De Knecht des Heren #4 De Verlosser
De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
Wereld waarheen #1 Terug naar Egypte
Dienaar van zijn Vader
De Leidsman van geloof
Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
Zoenoffer
Niemand heeft zulk een grote liefde als hij die zij leven gaf voor zijn vrienden
Jezus moest sterven
Jezus stervensdag
Achtergelaten aan een paal tot in de dood
Waarom vast houden aan het kruisbeeld
Kruisen en Iconen stukslaan
Zweeds theoloog vindt in historische geschriften dat Jezus niet aan een kruis stierf
Indien God Zijn eigen wil niet heeft
Een Messias om te Sterven
Vergieten van Bloed, een Oud en een Nieuw Verbond
Jezus drie dagen in de hel
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #2 Te Doen
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #3 Zoals Jezus
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #5 Verblijven in Christus
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #6 Samenhoren
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #7 Adverteren
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #9 Omgang met anderen
Christus kennen is zin geven aan het leven
Niet gebonden door labels maar vrij in Christus
Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God
Hermeneutiek om uit te dragen #8 Tegenspraak
Filippenzen 1 – 2
Gnostiek, Judas evangelie, bijbelonderricht, zoon van God
Want het is geen leeg woord
Mogelijkheid tot leven