Monday 8 February 2010

For God loves me

"For God so loved the world..."

Great Redeemer and Father of all nations, I humbly come before your throne and offer my thanks and praise for all that you have done to bless us, your people. Please let me know you and be aware of your daily presence in my life. Forgive me, dear Father, when I haven't been a suitable place for your grace and name to dwell.

Dutch version / Nederlandse versie > God houdt van mij

God houdt van mij

"Want alzo lief had God de wereld ..." 

Grote Verlosser en Vader van alle naties, ik kom nederig voor uw troon en geef u mijn dank en lof voor alles wat u hebt gedaan om ons zegenen, uw mensen. Laat mij alstublieft van u weten en bewust zijn van uw dagelijkse aanwezigheid in mijn leven. Vergeef mij, Vader, als ik niet een geschikte plaats ben voor uw genade en naam.
Laat mij ook de wereld liefhebben.

Engelse versie / English version > For God loves me

LCDI on the verge of financial collapse

LCDI, Phnom Penh, Cambodia, is on the verge of financial collapse. If they cannot find USA $2500 a month for LCDI in 2010, it will be forced to close.

LCDI is a grassroots education project that educates and strengthens Cambodian youth that have fallen through the cracks in the schooling system.

Many students from LCDI study at our BEC. These students are the poorest of the poor students in Cambodia who often cannot even afford to continue at LCDI.

Michael Hewitt writes: We have about $600/month in pledges for 2010. If you can spare a monthly donation, please consider!



> Save LCDI

> Video: Kunthea talking about problems facing Cambodian youth [HQ]


English: NagaWorld, Phnom Penh, Cambodia
English: NagaWorld, Phnom Penh, Cambodia (Photo credit: Wikipedia)

+++
2013 update:

Enhanced by Zemanta

Friday 5 February 2010

Genade volgens Bonhoëffer

“Goedkope genade is genade zonder navolging, genade zonder kruis, genade zonder de levende mens geworden Jezus Christus.
Dure genade is de verborgen schat in de akker, omwille waarvan de mens eropuit gaat en met vreugde alles verkoopt wat hij had: de kostbare parel, voor welke prijs de koopman al zijn goederen prijsgeeft.
Dure genade is het Evangelie dat steeds weer gezocht moet worden.
Dure genade is de gave waarom moet worden gebeden.
Dure genade is de deur waarop geklopt moet worden.
Duur is zij omdat zij tot navolging roept, genade is zij omdat zij tot navolging van Jezus Christus roept.
Duur is zij omdat zij de mens het leven kost, genade is zij omdat zij hem het leven schenkt.
Duur is zij omdat zij de zonde veroordeelt, genade is zij omdat zij de zondaar rechtvaardigt.
Duur is de genade vooral daarom, omdat zij voor God duur is geweest en omdat voor ons niet goedkoop kan zijn wat voor God duur is.
Zij is daarom genade als Levend Woord, Woord van God dat Hij Zelf spreekt, zoals het Hem behaagt.”

God is altijd online

Vertrouwen van Geslacht op geslacht

Op 19 maart a.s. organiseert het Netwerk Kerk en Systemisch Werk in Nederland een bijeenkomst voor predikanten, pastorale werkers, hulpverleners en ieder die geraakt is door het systemisch werk en kerk.

Het onderwerp Vertrouwen: van geslacht tot geslacht wordt in 2 lezingen gepresenteerd. Tevens kunt u kennismaken met de mensen achter het netwerk, en kunt u deelnemen aan 1 van de 3 workshops.

Gan naar www.gemeenteopstellingen.nl, naar activiteiten en download de uitnodiging. Opgeven via marianne.blankestein@yahoo.com

Tijd: Maart 19 2010 vanaf 13.00 to 17.15
Locatie: Vrije Evangelische gemeente
Straat: Dr Schutlaan 2
Plaats: 8071 AS Nunspeet
Telefoon: 0321 334023 (kantoor)
Soort gebeurtenis: mini, symposium
Georganiseerd door: Marianne Blankestein

Tweezijdigheid bij Luther

„Kennisname van Luthers opvatting over heiliging en rechtvaardiging werkt heilzaam tegen allerlei onevenwichtigheid. Calvijns eenheid van rechtvaardiging en heiliging biedt een goed tegenwicht aan de moderne normloosheid en wetteloosheid.” Dat zei dr. A. de Reuver in oktober vorig jaar in een lezing voor de studentenvereniging PFSAR van de Theologische Universiteit Apeldoorn.

Dr. De Reuver wees op de tweezijdigheid bij Luther. Niet alleen rechtvaardigt God een mens, maar omgekeerd rechtvaardigt de mens ook God als hij Gods oordeel aanvaardt en Hem in Zijn aanklacht bijvalt. Luther, maar ook Calvijn, ziet een nauwe samenhang tussen zelfveroordeling en vrijspraak. In die zelfveroordeling is het pleiten op Gods genade echter niet afwezig. De voorstelling als zou een zondaar in het gericht niets meer wensen, is volgens dr. De Reuver onreformatorisch. Bij de reformatoren wordt altijd het pleiten op Gods genade en beloften als de kern van ware verootmoediging gezien.

Hoewel bij Luther zowel de rechtvaardiging als de heiliging een door God toegerekend en gegeven geschenk is, heeft de reformator beslist oog gehad voor de vruchtgevolgen van het geloof, stelde dr. De Reuver. Ook bij Luther is het geloof nooit zonder vruchten.


Kerkvaders onmisbaar voor continuïteit christelijke traditie

De vragen rond God, de mens en de bestemming van het leven hebben hun actualiteit niet verloren. Juist op dit punt verdienen de vroegchristelijke theologen en filosofen navolging, stellen de auteurs van ”De status van de kerk­vaders” waarbij inzicht in de motieven van de patres in gesprekken met hun opponenten wordt gegeven. Paul van Geest, Eginhard Meijering en Liuwe Westra pleiten voor statusverhoging van de studie van de kerkvaders.

Van Geest wijst ook op de „weerbarstigheid” van de kerkvaders die een veelvoud aan theologieën vertegenwoordigen , die soms tegenstrijdig zijn (zoals uiteenlopende opvattingen over God, Christus, de sacramenten, de vrije wil et cetera), er is soms sprake van onbetrouwbare tekstverzamelingen en men sneed soms rigoureus in de teksten van voorgangers. Maar juist deze weerbarstigheid kan een impuls zijn voor vernieuwing van de studie van de kerkvaders, denkt Van Geest.

”De status van de kerkvaders. Geschiedenis, thema’s, perspectief”, door Paul van Geest, Eginhard Meijering en Liuwe Westra; uitg. Meinema, Zoetermeer, 2009; 244 blz.; ISBN 978 90 211 4223 4; € 21,50.
+
”De kerkvaders”, door Benedictus XVI; uitg. Colomba, Oegstgeest, 2009; ISBN 978 90 7381 083 9; 280 blz.; € 24,50.

Lees hier meer over >Actueel en weerbarstig

Met o.a.:
  • De discussie rond Athanasius en Arius over Jezus als de Zoon van God was uiteindelijk meer een theologische tegenstelling dan een tegenstelling in het geloof, geeft Meijering aan.
  • Mens een onderdeel van het leven van God.
  • De theologie van Athanasius en die van alle vroegchristelijke en zelfs van alle klassiek-christelijke theologen tot aan de verlichting was metafysisch, in de zin dat zij over een onafhankelijk van de mens zijnde God spraken.
  • Kerkvaders inspiratiebron voor de Rooms-Katholieke Kerk.


Belief of the things that God has promised

Faith


"The first step along the way of life, ... , is belief of the things that God has promised. This is enjoined by Jesus when he gave his last commission to the apostles: "Go ye into all the world, and preach the gospel to every creature. He that believeth and is baptized shall be saved but he that believeth not shall be condemned " (Mark 16:15, 16). "Go ye therefore, and teach all nations, baptizing them in the name of the Father, and of the Son, and of the Holy Spirit: teaching them to observe all things whatsoever I have commanded you: and, lo, I am with you always, even unto the end of the world" (Matt. 28:18-20). When men are so "taught" by the word of God, they manifest faith in the things He has promised. Without this faith men are not well pleasing to God (Heb. 11:6). In support of their teaching the Apostles turn to the Old Testament to find in Abraham an outstanding illustration of the way to secure God's approval. "Abraham believed in the Lord; and he counted it to him for righteousness" (Gen. 15:6). The whole of the fourth chapter of Romans is devoted to unfolding the implication of this statement; and at the end of the chapter Paul declares that it was "not written for Abraham's sake alone, but for us also, to whom righteousness shall be imputed, if we believe on God" (Rom. 4:23, 24). "The gospel is the power of God unto salvation", but it is ineffective unless it is believed; so Paul adds "to everyone that believeth" (Rom. 1:16)

In Acts, Chapter 10, we read of a centurion, Cornelius, described as a devout man, and one that feared God with all his house, devoted to almsgiving and to prayer, who was told by the angel of God to send men to Joppa for Peter: "he shall tell thee what thou oughtest to do" (Acts 10:6). As we think of the exemplary character of the man, judged by human standards, we might wonder what he lacked to be approved of God. His devoutness and goodness in themselves were evidently not sufficient. The phrase, "What thou oughtest to do", has the authoritative ring of a divine imperative. With the angel's assurance that he "shall tell thee words whereby thou and all thy house shall be saved" (11:14). Cornelius accordingly sent for Peter. When Peter arrived, Cornelius informed him: "We are all here present before God, to hear all things that are commanded thee of God" (10:33). Peter then recounted the work of Jesus, showed that it was witnessed by the writings of the
goodness and declared that "whosoever believeth in him shall receive remission of sins" (verse 43).

When a person "believes" or has "faith" in the Bible sense, he is fully persuaded of the truth of those things which are taught in the Scriptures. Belief is based on knowledge -- in the absence of knowledge there is no true faith: and Paul makes the emphatic declaration, truly reasonable when all the facts are considered, that without faith it is impossible to please God; for he that cometh to God must believe that he is, and that he is a rewarder of them that diligently seek him" (Heb. 11:6). To believe He is "a rewarder" presupposes an understanding of those "exceeding great and precious promises by which we might become partakers of the divine nature, having escaped the corruption that is in the world through lust" (2 Peter 1:4). "Ye are saved by grace through faith" (Eph. 2:8); for, in the words of both Old and New Testaments, "the just shall live by faith"."

- John Carter
-------
God's Way
Chapter 10
The Way of Life
Part I - God's Conditions
Dutch translation / Nederlandse vertaling > Overtuiging voor de dingen die God beloofde

Overtuiging voor de dingen die God beloofde

Geloof

„De eerste stap langs de manier van het leven,…, is geloof in de dingen die de God heeft beloofd. Dit werd opgelegd door Jezus toen hij zijn laatste commissie aan de apostelen gaf: „Ga in de gehele wereld, en predik het evangelie aan elk schepsel. Hij dat gelooft en gedoopt wordt zal worden gespaard maar hij dat niet gelooft zal worden veroordeeld „(Markus 16:15, 16). „Ga daarom, en onderwijs alle naties, hen dopende in naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest: hen onderwijzend om alle dingen waar te nemen van om het even welke aard heb ik u bevolen: en, weet dat ik altijd met u ben, zelfs tot het eind van de wereld " (Mattheüs 28:18 - 20). Wanneer de mensen zo door het woord van God „worden onderwezen“, vertonen zij geloof in de dingen die hij heeft beloofd. Zonder dit geloof stellen de mensen God niet goed tevreden. (Hebreeën 11:6). Tot steun van het hun onderwijs gaan de Apostelen terug tot het Oude Testament om in Abraham een opmerkelijke illustratie van de manier te vinden om de goedkeuring van de God te beveiligen. „Abraham geloofde in de Heer; en rekende het aan hem voor oprechtheid " (Genesis 15:6). Het geheel van het vierde hoofdstuk van de brief aan de Romeinen is toegewijd aan het openen van de implicatie van deze verklaring. En aan het eind van het hoofdstuk verklaart Paulus dat het „niet alleen voor het belang van Abraham, maar ook voor ons werd geschreven, aan wie de oprechtheid zal worden toegeschreven, als wij in God geloven“ (Romeinen 4:23, 24). Het „evangelie is de macht van God tot redding“, maar het is ondoeltreffend tenzij het wordt geloofd; zo voegt Paulus eraan toe „aan iedereen wie gelooft“ (Romeinen 1:16)

In Handelingen, Hoofdstuk 10, lezen wij over een centurion, Cornelius, die als godsvruchtige mens, wordt beschreven en een die, met heel zijn huis, God vreesde, toegewijd aan liefdadigheid en aan gebed, die door de engel van God werd verteld om mensen naar Joppa voor Petrus te sturen: „hij zal je vertellen wat je het best zou doen“ (Handelingen 10:6). Aangezien wij aan het voorbeeldige karakter van de man denken, geoordeeld door menselijke normen, zouden wij kunnen benieuwd zijn wat er ontbrak om door God goedgekeurd te kunnen worden. Zijn toegewijdheid en goedheid in zich volstonden klaarblijkelijk niet. De uitdrukking, „wat jij het best zou moeten doen“, heeft de gebiedende wijze van een goddelijke verplichting. Met de verzekering van de engel dat hij „je woorden zal vertellen waardoor jij en geheel je huis worden bewaard“ (11: 14). Cornelius zond daarmee in overeenstemming achter Petrus. Toen Petrus aankwam, informeerde Cornelius hem: „Wij zijn allen hier aanwezig vóór God, om alle dingen te horen die je bevolen zijn door God“ (10: 33). Petrus verhaalde toen het werk van Jezus, toonde aan dat het door het geschrift van profeten werd getuigd, en verklaarde dat „wie ook maar gelooft in hem vermindering van zonden zal ontvangen“ (vers 43).

Wanneer een persoon „gelooft“ of „geloof heeft“ in de betekenis van de Bijbel, wordt hij volledig overreed van de waarheid van die dingen die in de Schriften worden onderwezen. Het geloof is gebaseerd op kennis - bij gebrek aan kennis is er geen waar geloof; en Paulus legt de nadrukkelijke verklaring af, echt redelijk wanneer alle feiten worden overwogen, dat zonder geloof het onmogelijk is God te believen; voor hij die tot God komt moet geloven dat Hij is, en dat hij een beloner is van hen die naar hem vol overgave streven" (Hebreeën 11:6). Om te geloven dat hij een „beloner“is veronderstelt dit een inzicht in die „overschrijdend grote en kostbare beloften waardoor wij deelnemers van de goddelijke aard zouden kunnen worden, ontsnapt zijnde aan de corruptie die in de wereld is door verlangen“ (2 Petrus 1:4) is. „Jij wordt gered door gunst door geloof“ (Efeziërs 2:8); voor, in de woorden van zowel Oude als Nieuwe Testament, „de eerlijken zullen leven door geloof”.

- John Carter
Gods Weg; Hoofdstuk 10; Deel I de Voorwaarden van de God


Engels origineel / English original > Belief of the things that God has promised