Volgens Willem Jan Otten is er een soort oorlog gaande. Hij mag wel gelijk hebben dat het moeilijkere tijden zijn voor hen die een geloof hebben waarmee zij willen naar buiten treden. Het wordt niet altijd zo goed ontvangen als men over geloofszaken wil praten.
Volgens de voorspellingen uit de oudheid zou er een tijd komen waarin godsdiensten tegen godsdiensten te keer zouden gaan. Het lijkt wel of wij nu in zulk een tijd zijn gekomen.
Maar is dat dan een reden om over het geloof te zwijgen of om over het "wij" gevoelen in het geloof te praten?
Volgens Otten is het nu een wel erg ongelegen moment om van een religieus ‘wij’
te spreken, van ‘ons’ geloof. Er wordt juist dezer dagen door gelovigen
teveel over ‘jullie’ geloof, en vooral ‘jullie’ ongeloof gesproken.
Daarbij wordt de naam van God zo gewelddadig ingeroepen, dat je begint
te vrezen, dat iedere geloofsbelijdenis uitgelegd zal worden als een
duit in het hatende zakje.
In Nederland lijken de kerkgemeenschappen op straat te zijn gekomen om te vechten voor een plaatsje in de gemeenschap.
De ‘happy clappy-kerken’ geraken ook bij de Noorderburen in de running. In Nederland hebben deze gemeentes de reputatie opdringerig te zijn, ze
staan op straat met spandoeken om zieltjes te winnen en vertellen
iedereen die het niet wil horen over hoe het geloof hun redding gaat
zijn.
Ook al is het veel makkelijker om woorden uit te spreken dan ook daadwerkelijk alles in daden omzetten, heeft de Christen toch zijn opdracht van Jezus gekregen om te volharden in het verkondigen van het Evangelie.
> Lees: De onwaarschijnlijke christus, lezing Willem Jan Otten
No comments:
Post a Comment