Wednesday 3 February 2010

Bijbellezen onder tieners van twaalf tot vijftien

De Schriftlezing is niet zelden een leeg ritueel geworden, een dode gewoonte waar weinig of niets van uit gaat naar de kinderen. Hierdoor krijgen de jongeren geen voorbeeld. De gevolgen daar van zijn merkbaar.

Ruim 32 procent van Nederlandse tieners van twaalf tot vijftien gaf aan (bijna) nooit in de Bijbel te lezen, blijkt uit een LCJ-onderzoek.

Bijna 6 procent komen er aan toe een paar keer per maand de Bijbel te lezen, terwijl meer dan 30 procent wekelijks de Bijbel enkele keren ter hand neemt. Ten slotte is er ook nog een groep jongeren die elke dag te rade gaat bij het Boek der boeken.  Uit dit onderzoek blijkt dat een grote meerderheid van de ondervraagde kerkelijke tieners regelmatig tot zeer regelmatig in de Bijbel leest. Maar het aantal niet-lezers is ook aanzienlijk. Meisjes doen het in dit opzicht beter dan jongens. Bijna 59 procent van de jongens leest nooit of bijna nooit in de Bijbel.

Veel tijd besteden de meeste tieners overigens niet aan de omgang met de Schrift. Doorgaans komt het neer op ‘even bijbellezen’: zo’n 80 procent is binnen tien minuten klaar, terwijl 45 procent aan vijf minuten al genoeg heeft.

Sommigen geven eerlijk aan dat ze er niet zoveel zin in hebben om de Bijbel in alle dingen van hun leven als richtsnoer te laten gelden.

Pro life March Brussels

De groep: "Pro life March Brussels" nodigt mensen uit om lid te worden van hun FaceBook Group en om samen op te stappen door Brussel voor het leven, na 30 jaar van rouw om omgebracht ongeboren leven.

Op 28 maart 2010 organiseren zij een mars in Brussel welke pluralistisch en apolitiek wil zijn. De mars heeft tot doel op tekomen voor de rechten van de vrouw en het ongeboren kind. Het zal dan 20 jaar zijn, dag op dag, na de depenalisering van abortus in België.

Zij eisen dat de overheid de vrouw op juiste wijze informeert over de dramatische gevolgen van een abortus en dat zij haar de concrete middelen geeft om voor het leven te kiezen. Zij vragen ook de afschaffing van de wet Lallemand-Michielsens die het zwakste lid van onze maatschappij elke bescherming ontneemt. Om te verzekeren dat de mars een succes
wordt vragen zij u, de groep te vervoegen en jullie kennissen te mobiliseren.

Op vrijdag 5 februari 2010 om 19u30 houden zij een vergadering op het volgend adres :
Warmoesstraat 9, 1210 Brussel (in de nabijheid van Metrostation Madou)

Zondag 28 maart 2010 om 14h30: Mars voor het Leven in Brussel, metro Schuman.

Iedereen heft zijn hand op tegen abortie

Joodse nakomelingen

De Joodse bevolking van Palestina ging na een opstand tegen de Romeinen in het jaar 70, gedwongen in ballingschap. Bijna tweeduizend jaar leefden ze in de diaspora, daarna keerden ze naar Palestina terug, waar ze in 1948 de staat Israël stichtten.

Shlomo Sand schreef in 2008 in het Hebreeuws het boek ’Wanneer en hoe is het joodse volk uitgevonden?’ In 2009 volgde de Engelse vertaling: ’The Invention of the Jewish People’. In de jaren zeventig van de vorige eeuw baarde de auteur Arthur Koestler opzien met zijn boek ’The thirteenth tribe’ (’De dertiende stam’).

De microbioloog Jits van Straten verdiepte zich in de oorsprong van de joden en schreef een boek over het onderwerp, althans een onderdeel daarvan: ’De herkomst van de Asjkenazische joden: de controverse opgelost’. Daarin maakt hij gebruik van historisch-demografisch, genetisch, archeologisch en linguïstisch onderzoek.

Jits van Straten wijst op de intrigerende genetische verwantschap tussen Jemenitische joden en Palestijnen. Genetisch onderzoek legt verder wezenlijk verschillen bloot tussen Marokkaanse, Tunesische en Jemenitische joden.

Bij veel genetisch onderzoek van joodse populaties ontbreekt overigens, zo merkte Van Straten, een controlegroep van niet-joden uit dezelfde omgeving. Daarmee zou je kunnen aantonen dat een joodse gemeenschap in een bepaalde regio genetisch niet of weinig afwijkt van de niet-joodse buren. Die waarneming blijft zonder de juiste controlegroepen al bij voorbaat buiten beeld.


 Ethiopische Joden in gebedstenu. Veel Ethiopische christenen beweren van Joodse komaf te zijn. Volgens Jits van Straten is 'Jood' als etnische aanduiding een mythe.
Ethiopische Joden in gebedstenu. Veel Ethiopische christenen beweren van Joodse komaf te zijn. Volgens Jits van Straten is 'Jood' als etnische aanduiding een mythe. © FOTO AP
Lees meer > DNA wijzigt joodse geschiedenis

De betekenis van de Qumranrollen

Maandag 8 maart 2010 spreekt voor de afdeling Drechtsteden van het Genootschap Nederland-Israël prof. dr. C. J. den Heyer over ‘De betekenis van de Qumranrollen’.

De bijeenkomst wordt gehouden in de Maranathakerk, Gravensingel 19 te Dordrecht. Aanvang 20.00 uur. Vrij toegang.

Tussen 1947 en 1952 werden in elf grotten bij Qumran aan de Dode Zee honderden rollen gevonden.
De rollen, vervaardigd van leer en papyrus, werden bijna allemaal in fragmenten aangetroffen. De teksten op deze oude Joodse rollen zijn voor een groot deel geschreven door de Quamran-sekte, ook wel de Essenen genoemd.
De handschriften zijn geschreven in de Hebreeuwse, Aramese en Griekse taal. De rollen die dateren van de derde eeuw voor, tot en met zeventig jaar na het begin van de gangbare jaartelling, zijn waarschijnlijk rond het jaar 68 verstopt in de grotten.
De documenten bevatten ook ruim tweehonderd handschriften van Tenach en zijn van belang voor het onderzoek naar de tekstoverlevering van het Oude Testament. Maar de rollen geven ook een beter inzicht in de achtergrond van het Nieuwe Testament.
Prof. den Heyer zal ons inlichten hoe de stand van zaken is met betrekking tot het wetenschappelijk onderzoek van de handschriften en antwoord geven op de vraag hoe groot de betekenis van de rollen is voor de uitleg van Bijbelse teksten.

De heer dr. Cees den Heyer (1942) was tot 1 januari 2002 hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen. Hierna werd hij aangesteld als docent Bijbelse Theologie aan het Doopsgezind Seminarium te Amsterdam. Van zijn talrijke publicaties is het boek “Verzoening. Bijbelse notities bij een omstreden thema” uit 1997 wellicht het bekendste. Ook de boeken “De Messiaanse weg”en een publicatie over ‘de ontwikkeling van tekst tot dogma’, hebben ruime aandacht getrokken.

 

Groei eerste christenen

„We hebben relatief weinig bekeringsberichten van de eerste christenen. Maar de reden van de snelle groei is mijns inziens dat zij zich duidelijk in hun leven onderscheidden van de rest van hun omgeving. Zij hadden een intieme liefdesband met God die zij zagen als een Vader, van wie zij Zijn kinderen waren. Dat was uniek in de Grieks-Romeinse religieuze wereld.” Zei prof. Jan Bremmer bij zijn afscheid als hoogleraar godsdienstwetenschap in Groningen, op 29 januari. Officieel nam hij op 1 december 2009 als hoogleraar in de 'algemene godsdienstgeschiedenis en vergelijkende godsdienstwetenschap' afscheid van de faculteit waaraan hij sinds 1990 verbonden was.

“Christenen vielen op door hun ,,pure'' levensstijl en deden aan liefdadigheid. Onderlinge contacten zorgden voor een gevoel van eenheid in het pluriforme Romeinse Rijk. Ook de inhoud van het christelijk geloof was bijzonder: het ging over een God die als een Vader van zijn kinderen hield; en het geloof gaf martelaren troost - ze zouden na hun dood naar God gaan en Hij zou over hun vijanden oordelen.”

Bremmer ging diverse factoren na om het 'succes' van het vroege christendom te verklaren en besprak ook de verdeeldheid in het vroege christendom. Het lijdt voor hem geen twijfel dat de ,,orthodoxie'' al eind tweede eeuw het pleit had gewonnen - ook al waren er alternatieve evangeliën en tal van afwijkende groeperingen.

Hij zei verder: "Wat er zonder Constantijn zou zijn gebeurd, is de vraag. En in het Oosten heeft de islam het gewonnen; het nieuwe geloof was dus veel kwetsbaarder dan zijn vroege martelaren misschien dachten."

Bremmer dankt het succes van de verdere geloofsverspreiding en behoud van het christendom aan Constantijn, maar vergeet blijkbaar (net als velen) dat de Roomse kerk nooit de enige is geweest en dat er naast die kerk veel Bijbelgelovende groepen zijn geweest die door Rome te vuur en te zwaar vervolgd en waar mogelijk uitgeroeid zijn.

Bremmer heeft ook vergelijkend onderzoek gedaan naar ontwikkelingen in de moderne religiositeit en het martelaarschap in het vroege christendom. Hij constateerde op bepaalde punten gelijkenis tussen de vroege christelijke martelaren en de moderne suicide bombers - moslims die vanuit hun geloof een zelfmoordaanslag plegen. ,,Bijvoorbeeld de bereidheid om te sterven voor het ideaal. Ook gaat het over het algemeen om nog vrij jonge mensen, hoewel je natuurlijk ook hele oude martelaren hebt. Bij beide groepen martelaren zie je de verwachting dat ze meteen naar het hiernamaals gaan. De vergelijking laat natuurlijk onverlet dat suicide bombers meedogenloos allerlei burgers doden.”

Afscheidscollege
De opkomst van het Christendom / The Rise of Christianity Through the Eyes of Gibbon, Harnack and Rodney Stark

Locatie: Aula, Academiegebouw, Broerstraat 5
vr 29-01-2010

 

Lees ook:> Van orthodox naar scepticus

+ ,,De belangrijkste verandering van de afgelopen twintig jaar is dat wij de kerkelijke opleiding hebben verloren.” Lees verder over Jan Bremmer (1944) die op groeide in een orthodox-gereformeerd milieu en uit een domineesgeslacht stamt. Dr. R.H. Bremmer is zijn vader en prof.dr. L. Lindeboom zijn overgrootvader. Hij was jarenlang hoogleraar aan de Theologische Universiteit te Kampen (nu onderdeel van de Protestantse Theologische Universiteit). > Liberaal protestant zonder missiedrang zwaait af