De kerk is er niet voor zichzelf, daar is iedereen het wel over eens. Maar waar de kerk wel voor is, dat vinden veel gelovigen - parochianen, bestuursleden, pastores – moeilijker te formuleren. Het besef dat de kerk er niet voor zichzelf is, maar een middel om een groter doel te bereiken, ligt aan het begin van wat de missie van de kerk genoemd wordt. Deze missie van de kerk is te vinden in de Schrift en de Traditie, en komt uiteindelijk van Jezus zelf. Een kerk die zich bewust is van haar missie wordt een missionaire kerk genoemd: een kerk die weet waar ze vandaan komt en waar ze heen wil, die geheel doortrokken is van haar ideaal en voortdurend probeert mensen bij de uitvoering van dat ideaal te betrekken.
Hoe goed presteert de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) op missionair gebied? Naar aanleiding van een recent onderzoek van J. Krikken, student van de Christelijke Hogeschool Ede, organiseerde de PKN op woensdag 10 december hier een symposium over.
Missionaire kerk wordt concreet in de thema’s zin en zorg. Enerzijds gaat het erom vragen naar zingeving in de samenleving te beantwoorden: waartoe zijn we op aarde, wat is de zin van het leven? Aan de andere kant komt de christelijke boodschap tot uiting in zorg voor elkaar en de wereld, in compassie met de lijdenden en in het opkomen voor onderdrukten.
De kerk kan er niet meer op rekenen dat de mensen naar haar toe zullen komen. Mensen moeten benaderd, aangesproken, gemotiveerd worden met een aanbod van de kerk zelf.
De kerk is er niet meer voor ‘alle’ mensen. Wie ‘iedereen’ wil aanspreken, spreekt in feite niemand aan. Het is daarom goed de aandacht en de energie te concentreren. Het is bovendien ‘missionair’ om te proberen steeds nieuwe groepen te bereiken en niet bij de bekende te blijven.
De conclusies van het onderzoek waren interessant: PKN-gemeenten willen wel vaak missionair bezig zijn, maar zijn vaak zwak in het organiseren van missionaire activiteiten. Dit komt vooral omdat de kerk moeite heeft met het leggen van contacten met niet-kerkelijken en omdat de kerk vaak een verkeerde houding heeft: de kerk moet niet altijd zeggen ‘kom naar ons toe’, maar moet ook vaker naar de mensen toe komen.
Vooral dit laatste punt werd op het symposium belangrijk gevonden. Wil de kerk goed missionair bezig zijn, dan moet zij aansluiting vinden bij de omgeving. Veel mensen aarzelen om een kerk binnen te stappen vanwege de vaak grote cultuurverschillen.
Op het symposium werd gesteld dat de taal die de kerk spreekt, niet de taal van de omgeving is.
Het is daarom belangrijk om de cultuur in de kerk in bepaalde mate aansluiting te laten vinden bij de cultuur van de omgeving, zonder daarbij de Heilige Boodschap verloren te laten gaan. De kerk moet zo een gezellige plaats van ontmoeting worden, die betekenis kan geven aan iemands leven en voor verdieping zorgt bij actuele gebeurtenissen. Vooral de verschillende Alpha-cursussen spelen hier een belangrijke rol bij.
Krikken benadrukt in zijn onderzoek dat een gemeente voor goed missiewerk een duidelijk beleidsplan moet hebben, over voldoende vrijwilligers moet beschikken en ruimte moet creëren voor vernieuwingen en veranderingen.
De missionaire kerk streeft ernaar om alle leden en vrijwillig(st)ers van de kerk te betrekken bij de missie van het Koninkrijk Gods en ze ervoor te motiveren. Missionair kerk-zijn vraagt om een gelovig leerproces, waardoor de gelovigen die al lid zijn van de kerk drager worden van die missionaire kerk. Dit vraagt om een andere manier van communiceren met de gelovigen en tussen de gelovigen.
In zijn onderzoek selecteerde Krikken tien verschillende gemeenten die op een bijzondere manier bezig zijn met de missie. Deze zijn: de PKN-gemeentes in Lopik, Elst, Wezep, Gouda, en Nieuwegein, de gereformeerde Koningskerk in Rotterdam, de protestantse Pax Christikerk in Den Haag, de missionaire gemeente in Vierhouten, de hervormde wijkgemeente Westerkerk in Ermelo en de protestantse wijkgemeente Nieuwe Kerk in Utrecht. Deze gemeenten verzorgden op het symposium workshops waarin zij uitlegden hoe het missiewerk in hun gemeente werd aangepakt. Zo probeert de Nieuwe Kerk in Utrecht een open gemeente te zijn die haar blik op buiten richt. De kerk in Elst wil aansluiten bij wat er onder de mensen leeft, onder andere via kunst en spiritualiteit. De kerk in Wezep probeert laagdrempelig te blijven om zo aan de behoefte van de omgeving te kunnen voldoen. Zo organiseerde deze kerk afgelopen zomer een voetbalviering.
Het zijn slechts enkele voorbeelden van hoe kerken met hun missie om kunnen gaan. Meerdere malen werd op het symposium benadrukt dat er geen blauwdrukken zijn voor de missie, maar enkel bouwstenen. Met dit symposium hoopt Krikken enkele bouwstenen aan te kunnen reiken.
- - - - - - - - - - - - -
Verwant:Interessant om ook te lezen: ‘Missionair gemeente zijn' - een bijbels theologisch en (kerk)historisch verhaal van Dr. Henk Bakker > Pittige vragen voor de evangelische beweging: ‘Missionair gemeente zijn' (dr. H.A.Bakker)
No comments:
Post a Comment