2Ti 1:7 (WV78) Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.
Ro 6:8 Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven:
Efe 2:4 ... God, die rijk is aan erbarming, heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad,
Col 2:13 Ook u die dood waart ten gevolge van uw zonden en uw morele onbehouwenheid heeft God weer levend gemaakt met Hem. Hij heeft ons al onze zonden vergeven.
Col 3:3 Gij zijt immers gestorven en uw leven is nu met Christus verborgen in God.
Col 3:4 Christus is uw leven, en wanneer Hij verschijnt zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Efe 2:5 ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze zonden; aan zijn genade dankt gij uw redding.
Ro 8:2 De ‘wet’ van de Geest die in Christus Jezus het leven schenkt, heeft u vrijgemaakt van de wet van de zonde en de dood.
Ro 6:13 stelt uw ledematen niet in haar dienst als werktuigen van ongerechtigheid. Biedt uzelf God aan als mensen die uit de dood ten leven zijt opgestaan. Offert Hem uw ledematen als werktuigen in dienst der gerechtigheid.
Bent u tot het bewustzijn gekomen van wat Jezus voor U gedaan heeft? Ik besef ten volle welk een prachtige gave over mij gekomen is. Twee bijna-doodservaringen heeft het mij gekost om ten volle er van bewust te zijn waar ik stond met mijn leven. Moet het voor u ook zo ver komen? Of zal u slimmer dan mij zijn en vlugger reageren en de juiste stappen ondernemen?
Wij mensen zijn soms traag van reactie, en dikwijls willen wij onze eigen zelf verknochte ideeën niet opzij schuiven. Diep in ons zelf zit de compulsieve vraag om over alles in controle te zijn. Ons egocentrische ideeën gaan wij niet vlug tegen de muur hangen of in de papiermand gooien. En wij hebben het niet graag indien verwarring voor ons ligt en als wij uitgedaagd worden om duidelijke antwoorden te geven. Durven wij ons eigen ik wel aan het kruis hangen?
Zijn wij bereid onze eigen Ik opzij te schuiven om Jezus in ons hart te laten komen? En hebben wij voldoende lef om aan anderen te tonen waar wij staan in deze wereld vol hebzucht, afgunst en nijd? Constant moeten wij op deze aarde allerlei aanvallen doorstaan. Hiertegen is er slechts één enkele borstplaat werkelijk bestand tegen en dat is diegene van de meest volmaakte Liefde.
(2Co 4:11) Voortdurend wordt ons leven aan de dood uitgeleverd om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich zou openbaren in ons sterfelijk bestaan.
(2Co 10:3) Al zijn wij zwakke mensen, onze strijd is geen uiting van zwakheid. Wij moeten er niet voor terugschrikken om die zwakke punten aan anderen te laten zien. Ook zij mogen er bewust van zijn dat wij slechts mensen van vlees en bloed zijn met hun eigen tekortkomingen. Maar wat belangrijker is dat zij zien, is dat wij gedragen worden door het zoenoffer van Jezus Christus en dat wij leven door de hoop die wij in Hem stellen.
Wij zijn er bewust van dat Christus heeft geleden naar het lichaam (1Pe 4:1) en wensen ons zo ook te wapenen met diezelfde gedachte, namelijk dat Hij die naar het lichaam heeft geleden, met de zonde heeft afgerekend, waardoor wij de rest van ons aardse leven doorbrengen volgens Gods wil en niet langer volgens menselijke begeerten. (1Pe 4:2)
Door de Kracht van God kan de vrees in ons weggenomen worden. Enige drang naar lafheid kan teniet gedaan worden. Wij kunnen gesterkt uit de strijd komen. Want God heeft ons geen geest van verlegenheid, lafheid of kruiperigheid, vleierij of pluimstrijkerij, of een vals hevig verlangen gegeven. Dankzij Gods Zoon ligt de kracht om de wereld te weerstaan in ons bereik. God heeft ons de geest gegeven om een kracht van liefde te hebben met een kalm gebalanceerde geest, discipline en zelfcontrole.
Hnd 4:33 Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af van de verrijzenis van de Heer Jezus en rijke genade rustte op hen allen.
Gods genade kan ook over ons komen als wij Zijn meesterwerken erkennen en ons met de hoop willen laten vervullen in het geloof dat overvloeit van hoop. (Ro 15:13) Ook wij kunnen leven in vrede al kennen wij niet alle antwoorden.
Laat ons de houding van slaafsheid afleggen en de wereld ons niet ketenen. Dat de erkenning van de Volmaakte Liefde de vrees uit drijft, want vrees duidt op straf en wie niet volgroeid is in de liefde zal er ook nog door getreiterd worden. (Ro 8:15, 1Jo 4:18)
Heb 12:28 Ons is een koninkrijk gegeven dat niet wankelt. Laten wij daarom God danken en Hem aanbidden zoals Hij het verlangt: met eerbied en ontzag.
God dank zeggende voor de bescherming die Hij ons aanbiedt.
Gods werk is steeds een werk van liefde voor de ander geweest. Nooit heeft het in de bedoeling van God gelegen om schade toe te brengen tot iemand of iets. Het is de mens zelf geweest die zichzelf en de omgeving schade heeft toegebracht.
Het zijn diegenen die dan gewacht hebben op de Verlosser en hun hoop gesteld hebben op de Heer, die hun krachten konden vernieuwen. Zij kunnen er verzekerd van zijn dat God Zijn beloften waar zal maken.
God heeft on verteld dat Hij reeds bezig is aan en in ons te werken. Als wij dat weten en die openbaring aanvaarden kunnen wij ons open stellen om in ons Zijn Kracht te laten inwerken. Die kennis moet een uitnodiging voor ons zijn om in Zijn werk betrokken te geraken, zodat wij ook anderen in een liefdesverhoudingen tot God kunnen brengen.
+++
2016 update
No comments:
Post a Comment