Jehovah, laat mij Uw naam hoog in het vaandel houden
en steeds zoeken naar de juiste leerstellingen
en niet vastgrijpen aan menselijke dogma’s.
Uw naam zij geprezen van eeuwigheid tot eeuwigheid,
want U behoort de wijsheid en de kracht!
Looked at by Marcus Ampe from a Christian viewpoint.
De wereld bekeken vanuit een Christelijke visie door Marcus Ampe
Jehovah, laat mij Uw naam hoog in het vaandel houden
en steeds zoeken naar de juiste leerstellingen
en niet vastgrijpen aan menselijke dogma’s.
Uw naam zij geprezen van eeuwigheid tot eeuwigheid,
want U behoort de wijsheid en de kracht!
Jehovah, let me keep your name highly valued
and let me always keep looking for the right doctrines
and not grasping human dogmas.
Your name be praised from eternity to eternity,
For you is the wisdom and strength!
“Brengt aan de ENE de glórie van zijn náam, ––buigt u voor de ÉNE in héiligdomslúister!” (Ps 29:2 NB)
“Niet ons, ENE, niet aan ons, nee, úw naam geef glórie, ––om uw vríendschap, óm uw tróuw! Waarom mogen de vólkeren zéggen: ––wáar is tóch hun Gód? Maar onze God wérkt in de hémel, ––al wat hem beháagt heeft híj gemáakt. Hun beelden zijn zílver en góud, ––maaksel van de hánden ván een méns. Ze hebben een mond, maar spréken geen wóord, ––hebben ógen, máar zien níet. Ze hebben wel oren, maar hóren níets, ––een néus, maar ádemen níet. Hun handen, ze voelen niet, hun voeten, ze kúnnen niet gáan, ––met hun kélen: zélfs geen gemúrmel. Als zij, zo wórden hun mákers, ––al wie zich véilig wáant bij hén! Israël, wees véilig bij de ÉNE !– ––hun húlp en hun schíld is híj. Huis van Aäron, weet u véilig bij de ÉNE !– ––hun húlp en hun schíld is híj. Al wie de ENE vreest, weet u véilig bij de ÉNE !– ––hun húlp en hun schíld is híj. De ENE gedenkt ons, hij geeft zegen, hij zegent Ísraëls húis, ––hij zégent het húis van Aáron. Hij zegent al wie vrézen de ÉNE, ––de kléinen mét de gróten! De ENE zal tóevoegen aan ú, ––aan ú en áan uw zónen! Gezégend zijt gij door de ÉNE, ––de máker van hémel en áarde! De hemelen zijn de hémelen van de ÉNE, ––de áarde gaf hij de zónen van Ádam. Niet de doden zingen Alléluía, ––niet al wie gedáald zijn ín de stílte. Maar wij, wíj zegenen de ÉNE, ––van nu en tot in éeuwigheid! Alléluía!” (Ps 115:1-18 NB)
Schrijft aan Jehovah de heerlijkheid van zijn naam toe
(Ps 29:2 NWV)
Psalm 115:1-18
Aan ons behoort niets, o Jehovah, aan ons behoort niets,
Maar aan uw naam geef heerlijkheid,
Naar uw liefderijke goedheid, naar uw waarachtigheid.
2 Waarom zouden de natiën zeggen:
„Waar is nu hun God?”
3 Maar onze God is in de hemel;
Al wat hem heeft behaagd [te doen], heeft hij gedaan.
4 Hun afgoden zijn zilver en goud,
Het werk van de handen van de aardse mens.
5 Een mond hebben ze, maar ze kunnen niet spreken;
Ogen hebben ze, maar ze kunnen niet zien;
6 Oren hebben ze, maar ze kunnen niet horen.
Een neus hebben ze, maar ze kunnen niet ruiken.
7 Handen bezitten ze, maar ze kunnen niet tasten.
Voeten bezitten ze, maar ze kunnen niet lopen;
Ze geven geen geluid met hun keel.
8 Degenen die ze maken, zullen net zo worden als zij,
Allen die erop vertrouwen.
9 O Israël, vertrouw op Jehovah;
Hij is hun hulp en hun schild.
10 O huis van Aäron, stelt UW vertrouwen op Jehovah;
Hij is hun hulp en hun schild.
11 GIJ die Jehovah vreest, vertrouwt op Jehovah;
Hij is hun hulp en hun schild.
12 Jehovah zelf is ons indachtig geweest; hij zal zegenen,
Hij zal het huis van Israël zegenen,
Hij zal het huis van Aäron zegenen.
13 Hij zal hen die Jehovah vrezen zegenen,
Zowel de kleinen als de groten.
14 Jehovah zal U toename geven,
Aan U en aan UW zonen.
15 GIJ zijt degenen die gezegend zijt door Jehovah,
De Maker van hemel en aarde.
16 Wat de hemel betreft, aan Jehovah behoort de hemel toe,
Maar de aarde heeft hij aan de mensenzonen gegeven.
17 Het zijn niet de doden die Jah loven,
Noch ook maar iemand van hen die in de stilte afdalen.
18 Wij echter zullen Jah zegenen,
Van nu aan en tot onbepaalde tijd.
Looft Jah!
"... De schoonheid van heiligheid, de uitdrukking van aanbidding, is iets wat doorbreekt van binnen uit. Het is gecentreerd in een hart gevuld met eerbiedige vrees, strekkende tot het ontdekken van de wil van God en om het te beantwoorden in nederige vreugde, een leven bevend voor Zijn Woord en inspelend op Zijn bevel, wandelend in de wijze van benoeming van God, wat het ook moge zijn, als schapen tevreden met het grasland, dat de herder heeft geselecteerd; een leven van heiligheid ontvouwend de schoonheid die God verheerlijkt.
De term komt voor in Psalm 29:2, een bewijs te meer dat aanbidding wordt bereikt door het geven van eer aan God: "Geef aan de Heer de heerlijkheid te wijten aan zijn naam: aanbidding van de Heer in de schoonheid van heiligheid." Als we er naar streven het eerste te doen in de normale uitoefening van het leven van het geloof, zullen we daarmee de grote God aanbidden in de dagelijkse ervaring van discipelschap.
Psalm 115 onthult een groot principe - dat mannen als de God worden die zij aanbidden - vals of waarachtig. Het einde van de ware aanbidding is goddelijkheid. Dit principe ligt aan de basis van een groot Nieuwe Testament woord: "Wij zijn als hem". Maar een ding is van essentieel belang, dat de aanbidding waar is. "
- Dennis Gillett
De Genius van Discipelschap
Aanbidding - Deel 2
De schoonheid van heiligheid
Sing to Jehovah, Jehovah's Witnesses' current hymnal (Photo credit: Wikipedia) |
worship (Photo credit: vicki wolkins) |
Leerstelling en gedrag aan elkaar gerelateerd als oorzaak en gevolg
"Deze bevestiging kan een kleine uitleg vergen, omdat zoveel mensen denken van de leer als uitsluitend behorend aan kerkelijke kringen, en zelfs daar als ook heel onpraktisch. Ze denken aan de hevige leerstellige geschillen die dienden voor de gelegenheid wrok en bitterheid te geven, zonder iets van echte waarde te onderrichten.
Het feit is dat, via de zwakheid en toch de strijdlust van de menselijke natuur, grote en belangrijke waarheden voortdurend verduisterd worden door geschillen over aangelegenheden van relatieve onbeduidendheid. Grote waarheden zijn niet alleen verborgen door leugens, maar ook door kleine waarheden, net als een grote berg kan worden verborgen uit het zicht door een te dicht bij zijn en intense inspectie van een klein stukje steen.
Doctrine betekent echt lering. Het woord kan gebruikt worden in een veel bredere betekenis dan algemeen wordt erkend. De leerstellingen waaraan een mens houd zijn echt de beginselen die als leidraad zijn gedrag bepalen. Als zijn leerstellingen goed zijn uitgebalanceerd, met een zuivere perceptie over welke de meest belangrijke zijn, zal zijn gedrag waarschijnlijk ook goed uitgebalanceerd zijn. Als hij een aantal valse leerstellingen behoudt, of als zijn sterkste overtuigingen en meest hardnekkige gedachten ronde iets van weinig waarde centreren, zal het slechte effect te zien zijn in zijn gedrag.
Overtuigingen kunnen van alle schakeringen van sterkte zijn, van een lichte helling van een advies tot aan het niet van absolute zekerheid te onderscheiden vertrouwen. Als een christen echt vertrouwen heeft in zijn religie en als hij hecht belang aan de juiste christelijke leerstellingen, heeft hij niet alleen een sterke hoop op leven, maar zijn gedrag wordt gestuurd op ieder punt. Zoals de apostel het uitdrukt, "gelooft hij met het hart tot gerechtigheid". "
- Islip Collyer
-------
The Guiding Light
Uit hoofdstuk 13
Prof. Peels koos vier perspectieven om armoede en rijkdom na te gaan: vanuit schepping, zondeval, verlossing en voleinding.
Rijkdom kan „een springplank” zijn naar geloofsafval, stelt de hoogleraar met een beroep op tal van Bijbelplaatsen. Agur schrijft in Spreuken 30: „Opdat ik, zat zijnde, U dan niet verloochene en zegge: „Wie is de Heere?””
Lees meer in: >„Rijkdom kan springplank zijn voor geloofsafval”
Maar gaan we onze weg in het licht, zoals hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde.
1 Johannes 1:7