„En indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?” 1 Petrus 4:18
Geliefden, wij hebben u getoond dat de rechtvaardige zeker zalig zal worden, maar hoe gaat dat ernaartoe? Het is niet gemakkelijk die ruime weg te bewandelen. Ach, neen, zij worden maar nauwelijks zalig. Dat ligt niet aan de Vader, noch aan de Zoon, want God de Vader heeft Zijn enige beminde Zoon uit enkel genade geschonken en de Zoon heeft uit genade gewillig, uit volkomen liefde de borgtocht op zich genomen om de afgeweken mens weer met Zijn Vader te verzoenen.
Ja, aan onszelf scheelt het dat wij nauwelijks zalig worden. Wij kunnen nauwelijks de oude lusten te boven komen en de oude mens afleggen. Dat moet ik tot mijn leedwezen en uit eigen ondervinding getuigen. Wat moet ik dagelijks een strijd daartegen voeren en met veel tranen. Het valt zo zwaar om hand en voet af te kappen. Nochtans moet de oude natuur ten onder gebracht worden, ja, vlees en bloed moeten gekruisigd en gedood worden. Het lichaam van de zonde moet eerst sterven en ondergaan eer wij sterven en onze ziel moet uit deze aardse hut verhuizen, zullen wij ooit het Koninkrijk van God ingaan.
G. A. Schotsman, te Ter Beets
(”Stichtelijke en zielsroerende leerredenen”, 1720)
- Reformatorisch Dagblad 29-04-2009
No comments:
Post a Comment