Er zijn mensen die daardoor bang worden en niet meer weten tot welke kerk zij zich moeten wenden. Door het bos zien zij de bomen niet meer.
Prof. dr. Willem J. Ouweneel heeft een nieuw boek uitgebracht 'Vijf olifanten in een porceleinkast', waarin hij vijf zogeheten hete hangijzers onder de loep neemt en vraagt om tolerantie op te brengen tegenover elkaar.
Prof. dr. Willem J. Ouweneel (1944) is gepromoveerd in de biologie (1970), de filosofie (1986) en de theologie (1003). Hij is verbonden aan de Evangelische Theologische Faculteit (Leuven), de Evangelische Theologische Academie (Zwijndrecht) en hij is oud-docent van de Evangelische Hogeschool (Amersfoort). Hij heeft een omvangrijke predik- en schrijfbediening.
De schrijver haalt zaken aan die hij zelf benoemt als vijf brandende onderwerpen waarover Christenen in Nederland verdeeld zijn: homoseksualiteit, de vrouw in de gemeente, de gaven van de Geest, de kijk op de schepping (Genesis 1) en de doop. Volgens Willem J. Ouweneel zijn hetgrote obstakels die je voor de voeten kunnen lopen. Soms maken we van een mug een olifant. En soms zijn de geschilpunten zo groot als olifanten, rennend door onze christelijke porseleinkast. "In het verleden kwam er daardoor afstand tussen kerken. In deze tijd hebben we aan de ene kant een groeiende eenheid. Toch komen we toch dingen tegen waarbij we elkaar tegen de borst stuiten. Ik dacht: laat ik nu eens die argumenten naast elkaar zetten in een boek."
In het idee van het 'letterlijk lezen van de Bijbel' zit vaak een stukje zelfbedrog in, stelt Ouweneel in het EO-programma. "Niemand leest de Bijbel letterlijk. Kijk naar Genesis 1 bijvoorbeeld. Daar wordt het firmament beschreven – een vaste stevige koepel boven de aarde – daar gelooft niemand meer in. Zo'n beetje alle uitleggers zijn het daar over eens. Daar staat dat de hemellichamen zich letterlijk 'aan' die koepel bevinden en dat er wateren boven die koepel zijn. Als men dit letterlijk leest, dan loop je vast. Ik lees de Bijbel letterlijk als het voor de hand liggend is. Vaak doen we dat niet. De context gebiedt ons soms om woorden figuurlijk overdrachtelijk te nemen." In zijn boek beschrijft Ouweneel als voorbeeld Bijbelteksten waar onder meer staat dat de aarde vier hoeken heeft. Een letterlijke opvatting geldt hierbij niet, stelt de schrijver.
"De Bijbel is op een bepaalde manier doorzichtig. Een kind kan de Bijbel begrijpen. Als iemand net tot bekering is gekomen dan zou ik desgevraagd zeggen dat die persoon moet beginnen met het lezen van het Johannes Evangelie. Maar het Johannes Evangelie is een van de meest ingewikkelde boeken het Nieuwe Testament. Hoe kan dat? De Bijbel leest aan de ene kant makkelijk weg. Tegelijkertijd is het zo diep dat ik er altijd weer terug naar grijp. Dat is iets geweldigs moois. De kern van de boodschap is in wezen zo simpel want het moet elk mens kunnen aanspreken. Aan de andere kant zit het Evangelie veel ingewikkelder in elkaar." Andries Knevel vat samen: "Jezus Redt" Willem Ouweneel: "En dan zeg ik: 'Wat is redden?' Waarvan gered? Waartoe gered?' Er zit zoveel aan vast. Maar als een zondaar zegt: 'Wat moet ik doen om behouden te worden?' dan begin ik geen theologisch debat. Dan vertel ik: 'Vertrouw op de Heere Jezus en je zult behouden worden!'"
Willem J. Ouweneel: "Vroeger konden we vanuit de verzuiling zeggen dat de andere dwalen. Dat kan niet meer. Dat is gelukkig voorbij. We zien onder kerken een toenadering. We kunnen van mening verschillen hebben en we hebben daar goede argumenten voor maar we hebben respect voor de mening van de ander, want we zien dat die het ook echt probeert vanuit de Bijbel te beargumenteren. Die ander dwaalt niet simpelweg, hij probeert vanuit de Bijbel te beredeneren en te denken."
Belangrijk om te onthouden is: "Dit is het kernpunt: ik hoef niet alle opvattingen van mijn broeder te aanvaarden - maar ik moet mijn broeder zelf als mijn broeder wél aanvaarden (Rm15:7). " (pag. 43)
Henk Medema zegt hier ook op: "We nemen onszelf vaak veel te serieus. We moeten onszelf kunnen relativeren," zegt Henk Medema over verdeeldheid in de kerk. "Jezus Christus trekt zijn leer niet naar zichzelf toe, maar zegt: mijn leer is van de Vader. Hij beseft constant dat alle waarheid Gods waarheid is."
ReplyDelete'Christenen zouden zich niet bezig moeten houden met wat hen verdeelt, maar met wat hen bindt'.
Medema voegt toe dat de leden van het lichaam van Christus niet allemaal hetzelfde zijn. "Daar moet de eenheid ook duidelijk zichtbaar zijn. Het is niet de bedoeling dat het oog gaat wandelen en het oor bij de open haard gaat zitten. De leden van het Lichaam worden gezien als gaven van de Geest," verwijst de publicist naar 1 Korinthe 14. "Ook karakters en gevoelens zijn verschillend. Terwijl sommigen moeite hebben met vasten, hebben andere mensen er geen probleem mee."
"Ook werkt de Heilige Geest op verschillende manieren. De ene persoon staat met zijn handen in de lucht God te prijzen, terwijl weer een ander dat niet doet of zich er zelfs aan stoort. Het belangrijkste is dat we zo dicht mogelijk bij de kern - de verheerlijking van Christus - blijven," aldus Medema.